Meeste onderbetaalde werknemers zijn vrouwen
De meeste onderbetaalde werknemers zijn vrouwen die in deeltijd werken, en jongeren. Ze zijn vaak werkzaam in de horeca, landbouw, detailhandel en reparatiebedrijven.
Dat blijkt uit onderzoek van de Arbeidsinspectie over 2001, dat minister De Geus van Sociale Zaken donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Naar schatting 68.000 werknemers in het bedrijfsleven verdienen minder dan het wettelijk minimumloon. Dat is 1,1 procent van alle werknemers. Daarnaast hebben 130.000 werknemers (2,1 procent) een brutoloon dat gelijk is aan het minimumloon.
In 27.700 bedrijven (7,7 procent van het totaal) worden een of meer werknemers onderbetaald. Het gaat vooral om kleine bedrijven: 60 procent van de werkgevers die onderbetalen, heeft één tot vijf werknemers en 20 procent vijf tot tien. Onderbetaling vloeit vaak voort uit afspraken over het nettoloon, marchanderen met werktijden en het niet toepassen van de halfjaarlijkse verhoging van het minimumloon.
De Arbeidsinspectie tikt onderbetalende werkgevers op de vingers. Als die niet binnen drie maanden reageren, licht zij de ondernemingsraad en werkgeversorganisaties en vakbonden in. De werknemer kan ook naar de rechter stappen om een volwaardig loon af te dwingen.
Minister De Geus zal de voorlichting over het wettelijk mimiumloon verbeteren en die vooral richten op de sectoren die in gebreke blijven. Ook overweegt hij kleine bedrijven waar onderbetaling veel voorkomt, gericht te benaderen. De Arbeidsinspectie voert over drie jaar weer onderzoek uit.