Huisman Tricot in Beneden-Leeuwen laat geen steekje vallen
BENEDEN-LEEUWEN – Bij Huisman Tricot staan de breinaalden geen moment stil. Mouw na mouw en deken na deken rollen uit de machines. In de achterliggende jaren zocht het bedrijf naar nieuwe kansen. „Waarom zou je je niet kunnen afdrogen met een gebreide handdoek?”
De schoonvader van Pim Engelaer (47) startte ruim 25 jaar geleden Huisman Tricot met één breimachine. Inmiddels zoemen en ratelen er acht hypermoderne apparaten –in waarde variërend van een leuke auto tot een mooi huis– in het bedrijfspand op het Beneden-Leeuwense industrieterrein. De machines laten geen steekje vallen. Vliegensvlug verdwijnen de garens boven in de apparaten, om er even later onderaan als kledingstuk, handdoek of artikel voor de babykamer uit te komen.
Ogenschijnlijk kunnen de machines alles zelf af. Maar schijn bedriegt. Engelaer is zo een dag verder als hij een nieuw kledingstuk opzet. Het instellen van de machine kost veel tijd, omdat een vest of trui uit mouwen, verschillende panden en bijvoorbeeld een boord bestaat. Ook moet het kledingstuk in verschillende maten worden gemaakt.
Omdat de productie van kleding erg arbeidsintensief is, besteedt Huisman Tricot een groot gedeelte uit aan een atelier in Polen. „De transportkosten worden gecompenseerd door de lage lonen daar. Ook werken we samen met een atelier twee dorpen verderop.”
In 1999 nam Engelaer samen met zijn vrouw en zijn zwager Maarten Huisman het bedrijf over. In 2001 draaiden ze het beste jaar ooit. „In 2002 ging het al een stuk slechter. Nog een jaar later verkeerden we in alarmfase rood.”
Engelaer weet de slechte cijfers wel te verklaren. „Eigenlijk waren er drie oorzaken. De komst van de euro in 2002, de importheffingen op goederen uit het Verre Oosten verdween en gebreide kledingstukken waren uit de mode. Opeens liep iedereen in fleecestof.”
Huisman Tricot sneed drastisch in het personeelsbestand. Een groot aantal van de achttien werknemers kreeg ontslag. Verder gingen de eigenaars op zoek naar nieuwe wegen. „We begrepen direct dat de tijden definitief waren veranderd. Gelukkig waren we een financieel gezond bedrijf. Van de 55 tot 70 breierijen die er in die periode nog bestonden, zijn er slechts 5 over.”
Van ontwerpers en stylisten kreeg Huisman Tricot de tip om zich te richten op de aankleding en inrichting van de babykamer. Dat resulteerde in een lijn producten die onder het label Baby’s Only te koop is. Dekentjes met een fraai kabelmotief, gebreide spuugdoekjes en knuffels in zachte pasteltinten. De artikelen liggen in ruim honderd winkels in Nederland. „Babypark Kesteren is bijvoorbeeld een goede klant van ons.”
Een ander succesnummer is Knit-tet, gebreid textiel voor in de keuken, de bad- en de woonkamer. Ook met deze lijn mikt Huisman Tricot op het midden- en topsegment. De artikelen zijn te koop bij de Bijenkorf, badkamerspecialisten en kookwinkels.
Consumenten kijken vaak raar op als ze een gebreide handdoek zien. „Kun je je daarmee afdrogen?” vragen ze dan verbaasd. Engelaer glimlacht. „Waarom niet? Het ziet en voelt alleen anders. Als je sinds je babytijd aan badstof bent gewend, moet je bij het gebruik van een gebreide handdoek even omschakelen. Maar onze producten absorberen het vocht net zo goed.”
Engelaer weet bovendien voordelen van de gebreide doeken op te noemen. Door de toevoeging van acryl behouden ze hun vorm. En ze zijn uit één stuk gebreid. „Waar gaat je handdoek normaal gesproken kapot? Aan de randen. Dat zijn de zwakste plekken van een handdoek omdat die eraan zijn genaaid. Bij onze doeken is daar geen sprake van. Het allerergste wat kan gebeuren is dat het etiketje losraakt.”
Zowel Knit-tet- als Baby’s Onlyproducten verkopen goed. Inmiddels haalt het bedrijf 60 procent van de omzet uit deze twee lijnen. Dat gebreide kleding momenteel hip is, biedt nauwelijks voordelen voor Huisman Tricot. „Een gebreide poncho kost bij een grote keten zoals H&M 14,95 euro. Daar verliezen wij het altijd van. Wij kiezen voor garens van een hoge kwaliteit. Dan ben je dat bedrag bij wijze van spreke al kwijt aan de inkoop van je garen.”
De onderneming moet het in de kledingbranche dan ook vooral hebben van klanten die exclusieve kleding verkopen. „Het voordeel van ons bedrijf is dat we het snel kunnen leveren. Wie in China zijn vesten haalt, moet toch echt wekenlang op zijn bestelling wachten.”