SGP worstelt met Taliban-imago
Wil de SGP als zij aan de macht komt de democratie afschaffen? „Ja, eigenlijk wel”, zegt het Flevolandse statenlid M. Bogerd in ”Het Urkerland”. Een maand geleden klonk het geluid van SGP-voorzitter Kolijn in de regionale dagbladen nog heel anders. „Wij willen niets omver werpen en eisen van niemand te leven en te denken zoals wij.” De SGP worstelt met haar Taliban-imago.
Als de Urkse gemeentesecretaris en het statenlid Bogerd met zijn uitspraken de aandacht van een breder publiek heeft willen trekken, dan is hij daar goed in geslaagd. Wat hij in een interview in de kersteditie van ”Het Urkerland” te berde bracht, stond afgelopen zaterdag vrij prominent in Trouw. Onder de prikkelende kop: ”Mocht de SGP ooit regeren, dan schaffen we de democratie af”. Juist die kop en die samentrekking van het interview bracht de EO-radio ertoe Bogerd maandag voor een vraaggesprek uit te nodigen, wat vervolgens voor het Nederlands Dagblad aanleiding was tot een pennenvrucht.
Dat de uitspraken van Bogerd aandacht trekken, is niet verwonderlijk. De voorzitter van de SGP-statenfractie in Flevoland snijdt een uiterst gevoelig thema aan: wat gebeurt er in Nederland als de SGP een meerderheid zou krijgen? Zou er bijvoorbeeld nog een moskee gebouwd kunnen worden? „Nee”, antwoordt Bogerd de EO. „Wij staan geen godsdienstvrijheid voor.”
„Betekent een meerderheid voor de SGP het einde van de democratie?” mijmert hij in Het Urkerland. „Ja, eerlijk gezegd wel. Ik kan de onrust bij andere partijen dan ook goed begrijpen. Maar ik ben ervan overtuigd dat we er met zijn allen niet minder van zullen worden.”
Het einde van de democratie?! Bij zulke uitspraken spitst elke vrijheidslievende Nederlander zijn oren. Burgers die het reilen en zeilen van de SGP wat nauwgezetter volgen, zullen bovendien een discrepantie opmerken tussen Bogerd en zijn partijgenoot, senator Holdijk. Deed de laatste onlangs niet de suggestie een christelijke (tweede) feestdag in te ruilen voor een islamitische, als zo’n ruil de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving zou bevorderen?
Maar de toon van Bogerds uitspraken lijkt op het eerste gezicht ook slecht te sporen met wat partijvoorzitter Kolijn onlangs zei in een interview met de regionale dagbladen van de GPD. „Wij willen niets omver werpen en eisen van niemand zo te denken en te leven als wij”, aldus Kolijn. En even later: „Als iemand homoseksueel is, zal ik echt niet eisen dat-ie heteroseksueel wordt en ik zal hem zeker niet vervolgen. Of een homo bij mij in geval van oorlog zou kunnen onderduiken? Ja, natúúrlijk!”
Toch loopt het bij nader inzien met de tegenstelling tussen beide partijgenoten niet zo’n vaart. Wie de twee interviews nauwkeurig leest, valt eerder een hoge mate van overeenstemming op. Beide SGP’ers maken een scherp onderscheid tussen privé-sfeer en publieke sfeer, en tussen vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Kolijn: „Wat ik zou doen als ik het in Nederland voor het zeggen had? Simpel: dan zou ik ons verkiezingsprogramma uitvoeren. Geen euthanasie, geen abortus, geen openlijke seksualiteit, geen pornografie, geen vrouwen in partijfuncties, geen erkenning van het homohuwelijk, geen winkels op zondag open, geen draagmoederschap en een verbod op het klonen van mensen en dieren.”
En vervolgens: „Homoseksuelen zal ik niet anders behandelen dan heteroseksuelen. (…) Wat u thuis doet, moet u zelf weten. Maar als het gaat om de samenleving, om hoe wij met elkaar in de openbaarheid leven, dan heb je het over iets anders.”
Maar andere politieke partijen? Kolijn: „Ik zal geen enkele politieke partij verbieden.” En even later: „Ik wil een democratie die gebaseerd is op de tien geboden.”
Dat laatste wil bij nader inzien ook Bogerd. Voor de EO-microfoon: „De democratie afschaffen? Dat is wel erg kort door de bocht. Ik zeg het liever zo: Op het moment dat de SGP de meerderheid heeft, zal de Bijbel leidraad zijn voor het regeringsbeleid. Denk maar aan de periode voor de Tweede Wereldoorlog toen de hele wetgeving nog doordrenkt was van christelijke principes.” Worden andere partijen in zo’n situatie dan verboden? „Nee, zeker niet.”
Rest de vraag of het verstandig is dat SGP’ers zich uitlaten over de denkbeeldige situatie dat zij in de meerderheid zijn. Luidt les 1 van elke mediatraining voor politici niet: Ga nooit, nooit in op als-danvragen? Maar zo eenvoudig ligt het in dit geval niet. Zeker na 11 september móét de SGP zich verweren tegen het verwijt zij de Nederlandse Taliban is. Daarbij zijn het SGP standpunt over vrouwen én de houding van de staatkundig gereformeerden over de democratie kernpunten.
Dit verwijt kan niet afgedaan worden met een simpele ontkenning, maar moet gevolgd worden door een summiere aanduiding van wat de SGP dan wél voorstaat. Zo’n aanduiding maakt in elk geval glashelder waar het verschil met de ChristenUnie schuilt. Dat iemand als Kolijn bij die aanduiding een ander accent zet dan Bogerd, lijkt onvermijdelijk.
Want zolang er een SGP bestaat, zal die tot op zekere hoogte blijven worstelen met de praktische uitwerking van artikel 36 en alles wat ermee samenhangt. Het onderscheid tussen openbaar en privé mag op zich helder zijn, het einde van alle discussie is het niet. Want het blijft veel woorden kosten om uit te leggen dat een moslim wel vrijheid van meningsuiting heeft en zeggen mag dat Allah god is, maar dat hij dat niet samen met vijf geloofsgenoten mag doen. En wat zou een SGP-meerderheid eigenlijk doen met een moslimpartíj?