Twintig jaar geëist voor doodslag vrouw
Voor de rechtbank in Breda is dinsdag twintig jaar cel geëist tegen de 35-jarige E. L. uit Tilburg. Het openbaar ministerie beschuldigt L. ervan in februari van dit jaar zijn 51-jarige plaatsgenote Margriet Adams te hebben doodgeslagen.
Officier van justitie Zonneveld zou liever zien dat L. TBS met dwangverpleging opgelegd zou krijgen, omdat de verdachte volgens haar zo gevaarlijk is dat hij nooit meer op straat mag komen. Maar de Tilburger weigert mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek. De rechtbank wees een verzoek van de officier van justitie af om L. ter observatie naar het Pieter Baan Centrum te sturen, de justitiële observatiekliniek.
L. zou op 8 februari met twee kennissen bij de woning van het slachtoffer aan het Stuyvesantplein in Tilburg zijn langsgegaan om haar te beroven van geld en drugs. De vrouw handelde in cocaïne. Volgens de officier van justitie is het niet L.’s gewoonte om te betalen voor zijn drugs. „Hij neemt gewoon wat hij wil hebben, als het moet met geweld”, aldus de officier.
Nadat L. de zoon van het slachtoffer met geweld zou hebben uitgeschakeld, zou hij haar vervolgens op beestachtige wijze hebben mishandeld. De vrouw overleed enkele weken later in het ziekenhuis aan zwaar hersenletsel. Haar zoon eist 10.000 euro smartengeld van de vermeende daders.
L. heeft nog zeven andere feiten op zijn dagvaarding staan, waaronder gewelddadige berovingen en een verkrachting. Hij ontkent vrijwel alle feiten en beroept zich op zijn zwijgrecht. Zijn advocaat, P. van Vugt, pleitte voor vrijspraak.
De twee medeverdachten van L., de 25-jarige W. van G. en de 24-jarige S. E., eveneens uit Tilburg, hoorden elk tien jaar cel tegen zich eisen. De officier van justitie merkt beiden als medeplegers aan omdat ze met L. meegingen naar de woning van het slachtoffer, terwijl ze op de hoogte waren van zijn gewelddadige reputatie. Van G. ging zelfs mee naar binnen en distantieerde zich niet van wat zich daar afspeelde.
Van G. zegt dat hij alleen meeging uit angst voor L., die een relatie heeft gehad met zijn zus. Hij weigerde in het bijzijn van zijn ex-zwager een verklaring af te leggen. De parketpolitie bleek de verdachten wel per ongeluk samen in één cel onder het gerechtsgebouw te hebben opgesloten.