Dat heeft de COPZ bekendgemaakt. De drie kenniscentra worden gevormd door onderzoekers vanuit verschillende academische richtingen en hebben elk hun eigen profiel. In Amsterdam is het profiel huisarts- en verpleeghuisgeneeskunde, in Nijmegen/Maastricht ethiek en verplegings- en zorgwetenschappen, en in Rotterdam/Utrecht medische oncologie en psychologie.

Belangrijke reden voor de samenwerking is een benarde financiële situatie. De kenniscentra hebben onlangs een subsidieaanvraag ingediend bij het ministerie van VWS.

Zonder toereikende financiële middelen is het nog maar de vraag hoeveel van de ingezette ontwikkelingen in de palliatieve zorg behouden kunnen worden, aldus voorzitter drs. C. M. Galesloot van het landelijk overleg COPZ. „Binnen de academische centra zijn nu nog onvoldoende voorwaarden gerealiseerd om het onderzoek op eigen kracht voort te zetten. Het onderzoek is nu gespreid over een groot aantal afdelingen en onderzoeksgroepen. Er is nog weinig samenhang en afstemming.” Bovendien heeft een van de belangrijkste subsidieverstrekkers zich teruggetrokken.

Volgens Galesloot is het ook voor de internationale meningsvorming van het hoogste belang dat de centra hun onderzoek voort kunnen zetten, om zo ook de „gewetensvolle en kwalitatief hoogstaande wijze waarop deze zorg in Nederland wordt ontwikkeld onder de aandacht te brengen.”