„Een Pool doet werk dat een Nederlander niet wil doen”
Belasting betalen voor je hond. Ouders die een oogje dichtknijpen als hun jonge kind een sigaret opsteekt. Het zijn zaken waar de Polen Sebastian Krzyminski (26) en Kasia Nijenhuis-Purzycka (29) in Nederland erg aan moesten wennen.
Een eind fietsen om de tijd door te komen. Dat deed Sebastian Krzyminski toen hij zo’n twaalf jaar geleden met zijn Poolse familie neerstreek in Friesland. „Als je de Nederlandse taal niet spreekt, kun je geen contacten leggen. Toen ik hoorde: Je moet naast het Nederlands ook Fries leren, dacht ik: Nu houdt het op”, lacht Sebastian in een van de kantoorruimtes van uitzendbureau Level One in Emmeloord, dat werk regelt voor honderden Polen. Hij werkt sinds enkele maanden bij het uitzendbureau. Eerder was Sebastian, die werktuigbouwkunde studeerde en in Lemmer woont, actief als lasser, stratenmaker en botenbouwer.
Zijn Poolse collega Kasia Nijenhuis-Purzycka zegt geen last van eenzaamheid te hebben gehad toen ze zo’n negen jaar geleden naar Nederland kwam. „Ik sprak Engels en begon als au pair in Pernis, bij Rotterdam. Kinderen vullen je dag.” In Nederland leerde ze haar man kennen. Ze deed productiearbeid en werkt sinds enkele jaren bij het uitzendbureau. Ze woont in het Overijsselse Oldemarkt.
Wat viel jullie zwaar in Nederland?
Kasia: „De Nederlandse taal.”
Sebastian grijnst. „De Belastingdienst.”
Kasia: „Tot mijn verbazing moest ik belasting betalen voor de hond. Dat is in Polen niet zo. Maar door al die regels is Nederland een net en schoon land.”
Sebastian: „Het eten in Polen is lekkerder.”
Kasia lacht: „Ja, vetter.”
Sebastian: „Een Nederlandse stamppot met wortelen en stukjes groen: daar is niet veel aan.”
Kasia: „Ik wil én gehakt én spekjes in een zuurkoolstamppot.”
Over de mentaliteit van Nederlanders hebben de twee jonge Polen gemengde gevoelens.
Kasia: „Nederlanders zijn niet arrogant, zoals in Italië, waar ik ook heb gewoond. Nederlanders zijn open. Als iets niet lukt, dan zeggen ze dat.”
Sebastian: „Nederlanders tonen niet zo veel emotie. Ze zijn ook wel wat makkelijk. Als een kind vanaf z’n twaalfde rookt, doen ouders daar niet zo moeilijk over.”
Kasia: „In Polen zou zo’n kind een klap in z’n gezicht krijgen.”
Het Sociaal en Cultureel Planbureau stelt in een donderdag gepresenteerd rapport dat jonge, laagopgeleide Polen in Nederland in een slechte positie verkeren. Herkenbaar?
Sebastian: „In Polen kunnen jongeren niet zo makkelijk doorleren als in Nederland, waar de overheid je duizenden euro’s leent. In Polen krijgen jongeren nauwelijks studiefinanciering, het geld is nog niet eens genoeg om je pennen van te betalen.”
Kasia: „Nederlandse kinderen moeten al snel onafhankelijk zijn. Ik merk bijvoorbeeld dat een vrouw na haar zwangerschap toch weer een aantal uren wil werken.”
Polen komen nogal eens in het nieuws vanwege overlast door drankmisbruik. Herkenbaar?
Sebastian: „Er wordt te veel op Polen gelet. Maar drankmisbruik moet hard worden aangepakt.”
Kasia: „Er zijn ook genoeg Nederlanders die met drank op gaan rijden. Maar het is slecht van Polen als ze veel drinken en dan de weg opgaan.”
Sebastian: „Als mensen horen dat ik een Pool ben, zie ik aan hun gezicht dat ze denken: Hij is een dronkaard of een dief. Ik kan wel begrijpen dat mensen dat soort zaken met Polen in verband brengen, maar ze moeten beseffen dat het niet juist is elke Pool daarop aan te kijken.”
Wat vinden jullie ervan als mensen zeggen dat Polen het werk van Nederlanders afpakken?
Kasia: „Belachelijk.”
Sebastian: „Een Pool doet werk dat een Nederlander niet wil doen. Ik zie nog geen Nederlanders in de rij staan voor smerig werk.”
Kasia: „Denk aan het schoonmaken van een kippenstal. Als een Nederlandse jongen of Nederlands meisje dat werk niet eens wil proberen en gelijk al zegt: „Dit wil ik niet doen”, dan vind ik dat respectloos tegenover mensen die dat werk wel aanpakken. Maar we mogen niet alle Nederlanders over één kam scheren. Er zijn er genoeg die hard en lang werken.”
Ongeveer de helft van de Polen denkt over vijf jaar nog in Nederland te zijn. Hoe zien jullie je toekomst?
Kasia: „Ik zie mijn toekomst hier. In Nederland is gemakkelijker aan werk te komen, in Polen zijn de salarissen zo laag. Het leven ziet er daar niet goed uit. Hier kan ik de rekeningen betalen en kan ik één of twee keer per jaar op vakantie.”
Sebastian: „Ik denk er niet aan om terug te gaan naar Polen. Eén keer per twee maanden bel ik met familie in Polen. Eén of twee keer per jaar ga ik er met de auto heen. Als ik dan in Polen aankom, denk ik vooral: Eindelijk klaar met rijden.”
Kasia: „Ongeveer één keer per jaar ga ik met de auto naar Polen. Om mijn moeder en mijn oma te zien. Maar na een weekje wil ik weer naar Nederland.”
„Laat Polen elkaar helpen”
Laat goed geïntegreerde Polen hun jonge landgenoten die in Nederland in de knel zitten op weg helpen, adviseert voorzitter Jaap Jongejan van CNV Vakmensen. Hij reageert op een vandaag gepresenteerd SCP-rapport dat meldt dat de positie van laagopgeleide en vaak werkloze, jonge Polen in Nederland zorgelijk is. „Vergelijk het met Nederlanders die naar Canada emigreren. Die kunnen hulp van Nederlanders die daar al een tijd zijn, goed gebruiken.” Werk en beheersing van de Nederlandse taal zijn van cruciaal belang voor jonge Polen die naar Nederland komen, benadrukt Jongejan. „Werk, meedoen in de samenleving, is het beste wat je kan overkomen.”
Knappen Polen het smerige werk voor Nederlanders op, bijvoorbeeld in de landbouw en horeca? „Zo kijk ik er niet tegen aan. Ik ken genoeg Nederlanders die ook in die sectoren werkzaam zijn. Als we meer Nederlanders aan het werk willen in bijvoorbeeld de seizoensarbeid in de landbouw, moeten werkgevers daar tijdig werk van maken. Zoek niet een paar weken, maar meer maanden voorafgaand aan de aardbeienoogst naar personeel. Op die manier is er meer kans dat bijvoorbeeld ook een Nederlandse jongere die aan de zijlijn staat aan het werk kan.”
Jongejan keert zich tegen de gedachte dat Polen de banen van Nederlanders inpikken, bijvoorbeeld in het beroepsvervoer. „Het probleem zit niet bij de Polen, maar bij werkgevers die Poolse werknemers onder de CAO uitbetalen. Wij hameren erop dat werkgevers geen misbruik maken van het gebrek aan kennis bij Polen over arbeidsvoorwaarden.”
De conclusie van het SCP dat de huisvesting van tijdelijke Poolse arbeidsmigranten te wensen overlaat, roept herkenning op bij de vakbondsman. „We blijven telkens aandacht vragen voor fatsoenlijke huisvesting.” Hij ziet ook verbeteringen. „Werkgevers die Poolse arbeiders fatsoenlijk huisvesten, in plaats van hen met zes man in een caravan te stoppen.”
Integratie Polen niet van leien dakje
De integratie van Polen in Nederland verloopt zeker niet zonder problemen, meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) donderdag in een rapport. Al doen ze het beter dan niet-westerse allochtonen. Enkele feiten over de ongeveer 150.000 Polen die de afgelopen jaren naar ons land kwamen.
- Zorg over lage opleiding en werkloosheid jonge Polen;
Poolse vrouwen hoger opgeleid dan Poolse mannen;
Polen redelijk te spreken over Nederland en Nederlanders;
Driekwart Polen in Nederland noemt zichzelf rooms-katholiek;
Woonsituatie tijdelijke Poolse migranten laat te wensen over;
Helft Polen denkt over vijf jaar nog in Nederland te wonen.