Dat heeft minister Peijs van Verkeer en Waterstaat de Tweede Kamer donderdag beloofd. De 50 miljoen is bedoeld om op termijn tijd en geld uit te sparen. Maandag sloot het ministerie vertraging van projecten nog niet uit.

De CDA-bewindsvrouw zegde verder toe dat het totaal van de risico’s bij de aanleg van de hogesnelheidslijn en de Betuweroute binnen de geraamde 985 miljoen euro blijven. Er is alleen eerder geld uit deze risicopot nodig dan verwacht.

Peijs heeft dit jaar 93 miljoen euro nodig om een aantal problemen bij de aanleg van het flitstraject van Amsterdam naar de Belgische grens op te lossen. Voor dergelijke risico’s is dit jaar slechts 43 miljoen uit de totale risicopot van 985 miljoen ingeboekt.

De extra 50 miljoen vindt Peijs in het infrastructuurfonds dat is bedoeld om versnelling en vertraging van projecten te regelen. Dat fonds bood eerder dit jaar totaal geen ruimte meer, maar er kan inmiddels weer uit worden geput, vertelde Peijs de Kamer.

Als Peijs de 93 miljoen euro niet op tafel legt, vertraagt dit de aanleg van de HSL-Zuid die in 2007 in zijn geheel klaar moet zijn. Dat kost de staat 23 miljoen euro per maand vertraging.