Politieke standpunten over het Koningschap
DEN HAAG (ANP) – De discussie over de rol die de Koning(in) moet spelen in het Nederlandse democratische bestel, komt regelmatig terug in de Tweede Kamer. Een overzicht van de standpunten.
VVD: De constitutionele monarchie is de meest aangewezen staatsvorm. De Koning maakt deel uit van de regering, maar is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Voor de VVD bestaan er geen goede argumenten om de staatsrechtelijke positie van het staatshoofd te veranderen.
PvdA: De Koning(in) moet in de toekomst geen voorzitter meer zijn van de Raad van State. Ook moet hij of zij geen enkele rol meer spelen bij kabinetsformaties. Bij een kabinets- of ministerscrisis moet de minister-president zich niet langer melden bij de vorst, maar bij het parlement.
PVV: Wil een louter representatieve en ceremoniële functie voor de Koning. Het staatshoofd moet uit de regering, niet langer voorzitter zijn van de Raad van State en geen rol meer spelen bij de kabinetsformatie.
CDA: Wil geen wijzigingen en is voorstander van de monarchie zoals we die nu kennen.
SP: De Kamer en niet de Koning moet de kabinets(in)formateur kiezen. Dan is er volgens de SP sneller een regering die past bij de uitslag van de verkiezingen. De Koning maakt geen deel meer uit van de regering.
D66: Wil dat de Koning een ceremoniële rol speelt in ons staatsbestel. De Koning moet uit de regering en de (in)formateur wordt niet langer door de Koning aangewezen maar door de Kamer. D66 wil de Koning niet langer als voorzitter van de Raad van State.
GroenLinks: Ceremoniële rol voor het staatshoofd. Partij kondigde begin dit jaar aan met een initiatiefwet te komen, maar die wordt aangehouden. GroenLinks wil eerst kijken hoe de discussie aan de hand van de plannen van anderen verloopt. De partij wil dat de Kamer de informateur aanwijst.
ChristenUnie: Nederland is een constitutionele monarchie en moet dat ook blijven. De ChristenUnie zegt grote waarde aan de band met het Huis van Oranje te hechten. „De Koning(in) vertegenwoordigt de eenheid van het volk en spoort de leden van de regering aan tot een rechtvaardig en integer bestuur.”