Tweedeling onder jongeren Amsterdam
De spanningen tussen jongeren in Amsterdam zijn de laatste twee jaar groter geworden. Er is een grotere tweedeling ontstaan tussen hoogopgeleide jongeren die in of rond het centrum wonen en laagopgeleide en veelal allochtone jongeren in de buitenwijken met weinig vooruitzichten.
Dat is de conclusie van een onderzoek naar Amsterdamse jongeren van het Siswo/Instituut voor Maatschappijwetenschappen dat woensdag naar buiten is gebracht. Het instituut deed een verkenning naar de situatie van jongeren op basis van cijfers en interviews. De onderzochte jongeren varieerden van jonge tieners tot begin dertigers.
Vooral het beeld dat de onderzoekers van allochtone jongeren schetsen, is uiterst somber. De achterstand ten opzichte van andere groepen is toegenomen en de toekomstperspectieven zijn verslechterd. Allochtone jongeren zijn voor het merendeel laaggeschoold en leven bij elkaar in ’concentratiewijken’ zoals de Bijlmer en Slotermeer. Door de slechtere economie en minder goede sociale contacten met andere groepen komen zij steeds moeilijker aan een baan.
De onderzoekers zien dat er in concentratiebuurten met allochtone jongeren een voedingsbodem ontstaat voor sociale onvrede en protest. Ze hebben het gevoel er niet echt bij te horen. Speciale projecten om allochtone jongeren aan het werk te helpen, zijn grotendeels verdwenen. Meer dan de helft van de jongeren in Amsterdam is inmiddels van allochtone afkomst.
Aan de andere kant van het spectrum staan de hooggeschoolde oudere jongeren, eind twintigers en begin dertigers, met een goede baan en de koopkracht om woonruimte in of rond het centrum te vinden. De onderzoekers verwachten dat in de wijken Bos en Lommer en de Baarsjes ten westen van het centrum de laaggeschoolde allochtone bevolking geleidelijk wordt vervangen door hooggeschoolde nieuwkomers en studenten.
„Er is bijna geen groter contrast denkbaar in Amsterdam dan tussen het leven van studenten en andere hooggeschoolde jongeren enerzijds en laaggeschoolde allochtone en autochtone jongeren anderzijds”, aldus de onderzoekers. Zij komen elkaar in Amsterdam alleen nog maar tegen als klant en personeel of als collega’s in banen waarvoor weinig kennis nodig is.
Ook in 2001 deed het Siswo/ Instituut voor Maatschappijwetenschappen een sociaal-culturele verkenning naar de positie van Amsterdamse jongeren. Toen waren de vooruitzichten van allochtone jongeren nog erg positief door de gunstige arbeidsmarkt.