Dat zei de advocaat van de Volendamse school, Wilco Brussee, vrijdag bij het gerechtshof in Amsterdam. Daar diende het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter in Haarlem, dat Het Don Bosco College leerlingen mag verbieden een hoofddoek te dragen.

Imane en haar vader, die op de zitting aanwezig waren, vinden het niet eerlijk dat eerder bij een andere moslima wel een hoofddoek werd toegestaan. En ook op een andere school die valt onder de Stichting Katholiek Onderwijs Volendam zijn er leerlingen die hoofddoeken dragen, benadrukten ze aan de rechters van het hof. „Waarom zij wel en mijn dochter niet”, vroeg de vader van Imane zich hardop af. Hij vindt het beleid niet voor iedereen gelijk en daarin schuilt zijn grootste bezwaar, legde hij uit.

„Van mij hoeft ze niet zo nodig een hoofddoek te dragen”, lichtte de vader van Imane toe. „Maar zij wil het vanwege haar geloofsovertuiging en dus steun ik haar. De school wist vanaf haar inschrijving dat Imane moslima is. Ze hadden toen iets moeten zeggen, maar dat is niet gebeurd. Hadden ze dat wel gedaan, dan had Imane zelf voor de keus gestaan of ze toch naar deze school wilde gaan of niet. Dan was dit probleem er niet geweest.”

Imane legde de rechters uit dat ze, naarmate ze meer over het geloof leerde, ze uiteindelijk besloot om een hoofddoek te gaan dragen: „Ik wilde mijn geloof volgen.”

Imane wil niet naar een andere school. Ze is geboren en getogen Volendamse en wil bij haar vriendinnen op school blijven. Ze blijft nog liever zonder hoofddoek op Don Bosco, dan dat ze naar een andere school gaat waar ze wel een hoofddoek kan dragen. Haar vader: „Het leukste is met elkaar samenleven, bij anderen kijken en integreren. Zo voed ik mijn kinderen op. Daarom sta ik achter haar.”