Economie

Openheid als onbegrepen eigenbelang

Nederland is een welvarend land. Dat vergeten we vaak. Terwijl de economie nog niet eens hersteld is van de crisis kampen sommige sectoren alweer met krapte op de arbeidsmarkt. En wat doet het kabinet? De grenzen dicht voor Oost-Europeanen.

Hans Stegeman
15 August 2011 14:37Gewijzigd op 14 November 2020 16:10Leestijd 4 minuten

Zo zorg je er wel voor dat de economie snel minder presteert. Want erop rekenen dat we in Nederland meer mensen aan de slag krijgen of snel langer en meer gaan werken, gaat werkgevers die nu met vacatures zitten niet helpen.

Voor de krapte op de arbeidsmarkt wordt nu ook weer eerst gekeken naar uitkeringsgerechtigden. Maar de vraag is hoeveel rek daar nog in zit. Het aantal mensen met een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering is sinds begin jaren negentig zeer fors gedaald. Zo hebben in 2012 naar verwachting 375.000 mensen minder een WW- of bijstandsuitkering dan in 1995. Dit is het resultaat van jarenlang veranderingen doorvoeren in de sociale zekerheid. En het kabinet doet er nog een schepje bovenop door verder te bezuinigen op de sociale werkplaatsen en op de regeling voor mensen die sinds jonge leeftijd een arbeidshandicap hebben.

Natuurlijk blijft het zinvol om kritisch te kijken naar hoe je mensen naar werk kunt geleiden en nuttige dingen kunt laten doen. Maar uit onderzoek blijkt dat deze mensen vacatures, zoals in de tuinbouw, nauwelijks in kunnen nemen. In elk land kan nu eenmaal een deel van de mensen niet meekomen op de arbeidsmarkt. In sommige landen worden zij aan hun lot overgelaten. In Nederland hebben we gelukkig nog zoiets als sociale zekerheid.

Een andere manier om meer mensen te laten werken, is een verhoging van de AOW-leeftijd. Maar deze verhoging is door de politici zo vormgegeven dat die pas op zijn vroegst over tien jaar effect heeft. Ook het akkoord tussen werkgevers en werknemers zal daar weinig verandering in brengen. Daar wordt een ondernemer die nu zijn vacatures moeilijk vervuld krijgt niet blij van.

Een laatste arbeidsreserve in Nederland is het grote leger deeltijders. Daarin is Nederland echt uniek. Maar alle aanmoedigingen ten spijt kiezen velen, mannen maar vooral vrouwen, ervoor om in deeltijd te blijven werken. Dat is een maatschappelijke keuze. Blijkbaar verkiezen we vrije tijd boven een hoger inkomen.

In Nederland zijn er daarom beperkingen van het arbeidsaanbod. Door de vergrijzing worden die in de toekomst nog nijpender. Dat betekent dat we de krapte voor zowel hoog- als laagopgeleiden op een andere manier moeten oplossen. Daar zijn we ronduit slecht in. Oost-Europeanen, zoals Bulgaren en Roemenen, productief en gewild bij werkgevers, komen er moeilijker in doordat minister Kamp minder werkvergunningen afgeeft. Hetzelfde geldt voor hoger opgeleiden. Nog steeds is het voor deze groep niet gemakkelijk om te komen werken in Nederland.

Zeer onverstandig, want deze mensen moeten er nu juist voor zorgen dat de economie ook de komende jaren kan blijven groeien. En het is ook de groep flexibele (vooral Oost-Europese) werknemers die er deels voor heeft gezorgd dat de arbeidsmarkt zich tijdens de crisis goed heeft gehouden.

Daar komt nog bij dat Polen sinds 1 mei een aanlokkelijk alternatief hebben: Duitsland. Sinds een maand kunnen ze daar zonder werkvergunning aan de slag. Als ik uit Polen kwam, zou ik het wel weten. Dichter bij huis en banen genoeg. Voldoende reden om er snel voor te zorgen dat Roemenen en Bulgaren bijvoorbeeld wel snel naar Nederland kunnen komen.

Een te krappe arbeidsmarkt betekent uiteindelijk minder welvaart. Want als een ondernemer niet aan goede werknemers kan komen in Nederland zal hij zijn bedrijf wellicht verplaatsen naar een plek waar er wel werknemers zijn.

In het politieke debat wordt daarbij vaak voorbijgegaan aan twee zaken. Ten eerste nemen buitenlandse werknemers nauwelijks werk van Nederlanders over. Er staan geen Nederlanders klaar voor die banen waar werkgevers blij van worden. Ten tweede vergeten we dat het in ons eigenbelang is. Als we te weinig mensen hebben die in Nederland willen werken, hebben we minder groei.

Wat we als Nederland het beste kunnen doen, is net als in het verleden de grenzen openstellen en moeilijk vervulbare vacatures opvullen met eenieder die zich daarvoor kwalificeert. Deze openheid is in ons eigen belang.

De auteur is econoom bij Rabobank Nederland.

Vond je dit artikel nuttig?
Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer