Tweede echo op agenda van kabinet
Het kabinet zal in september een beslissing nemen over de invoering van een triple-test voor alle zwangere vrouwen. Ook zal dan een standpunt worden ingenomen over de „tweede echo.” Beide onderzoeken zijn bedoeld om handicaps tijdens de zwangerschap op te sporen.
In antwoord op vragen van PvdA-kamerlid Arib laat minister Hoogervorst van Volksgezondheid de Tweede Kamer weten dat de meeste knopen rond de prenatale screening op zijn departement zijn doorgehakt. De voorbereiding van het kabinetsstandpunt is vrijwel voltooid. Hij verwacht eind september de Kamer over het standpunt van de ministerraad te kunnen informeren.
De beroepsorganisaties van gynaecologen (NVOG) en van verloskundigen (KNOV) brachten een maand geleden een advies uit waarin werd bepleit iedere zwangere vrouw standaard twee echo-onderzoeken aan te bieden. De eerste echo zou dan in de twaalfde tot de veertiende week van de zwangerschap moeten worden gemaakt. Dan kan de duur van de zwangerschap vrij nauwkeurig worden bepaald. Ook is dan te zien of het hartje klopt en of er sprake is van een kindje met open hersentjes (anencefalie).
De tweede echo, tussen de achttien en twintig weken, is bedoeld om ernstige afwijkingen, zoals open ruggetjes en sommige hart- en nieraandoeningen, op te sporen. Via aanvullend onderzoek kan er meer zekerheid worden verkregen. Speciaal getraind ziekenhuispersoneel kan tegenwoordig aan de hand van de tweede echo ook de nekplooi meten. Een verdikte nekplooi is een belangrijke aanwijzing voor het syndroom van Down.
Prenatale screening is omstreden, omdat de meeste afwijkingen niet te behandelen zijn. Veel zwangere vrouwen die te horen krijgen dat de vrucht (vermoedelijk) een ernstige afwijking heeft, kiezen voor abortus. Het aanbieden van prenatale screening mag alleen als het kabinet hiervoor toestemming heeft gegeven. Tot nu toe is die alleen gegeven voor het aanbieden van een test aan vrouwen van 36 jaar en ouder. De kans op een gehandicapt kind neemt toe bij het ouder worden.
Een andere vorm van prenatale screening is de triple-test. De Gezondheidsraad adviseerde twee jaar geleden alle zwangere vrouwen (200.000 per jaar) zo’n test aan te bieden. De triple-test levert via bloedonderzoek aanwijzingen op voor de eventuele aanwezigheid van het syndroom van Down of van een open ruggetje. Als de test zou worden ingevoerd, worden volgens de prognoses enkele honderden baby’s met een ernstige afwijking voor de geboorte opgespoord.
De kans dat het kabinet het advies van de Gezondheidsraad overneemt, is niet groot. Zelfs de voormalige D66-leider Borst, die minister van Volksgezondheid was tijdens de kabinetten-Kok, was tegen invoering van de test. Haar bezwaar was dat de emotionele belasting voor zwangere vrouwen te groot zou zijn. Daarom wordt de laatste tijd in kringen van gynaecologen gepleit voor uitbreiding van het echo-onderzoek. Zwangere vrouwen vinden een echo veel minder belastend.
Over het echo-onderzoek zegt Hoogervorst dat dit in ons land officieel alleen op medische indicatie gebeurt. In de praktijk krijgt echter ruim 90 procent van de zwangere vrouwen minstens één echo tijdens de zwangerschap. Ook laten veel zwangeren een zogenaamde pretecho maken.