Cultuur & boeken

”Het negerboek” geeft slaven een stem

Sommige mensen vinden de titel van ”Het negerboek” zo aanstootgevend dat ze het papier waarop die woorden geschreven staan het liefst aan de vlammen prijsgeven. Terwijl de roman juist een stem wil geven aan naamloze slaven.

Enny de Bruijn
28 July 2011 17:01Gewijzigd op 14 November 2020 15:59

Vorige maand werd bij het Slavernijmonument in Amsterdam de titelpagina van ”Het negerboek” symbolisch verbrand. De strekking van het verhaal deed er voor de daders niet toe, ze vonden alleen de term ”neger” al zo beledigend en krenkend dat ze een opvallende protestactie op touw wilden zetten. Alsof je door woorden te veranderen de geschiedenis kunt veranderen, alsof het oproepen van dat beladen verleden geen beter medicijn voor de mensheid is dan politiek correct taalgebruik.

Juist door te luisteren naar stemmen uit de geschiedenis pleit de Canadese auteur Lawrence Hill in ”Het negerboek” voor menselijkheid. Niet op de manier van ironische romanschrijvers of modieuze historici, maar op de traditionele, ambachtelijke manier van de verhalenverteller die zijn volk in contact wil houden met een belangrijke erfenis.

De hoofdpersoon van ”Het negerboek” is zo’n verhalenverteller. Aminata heet ze, en ze heeft alles meegemaakt wat er maar mee te maken valt voor een meisje dat onverhoeds uit haar veilige leventje, ergens in Afrika, weggerukt wordt en op een slavenschip een gruwelijke toekomst tegemoet gaat. In Amerika gaat ze over van de ene hand in de andere, ze maakt de grootste verliezen mee, de diepste vernederingen. Haar ouders worden vermoord terwijl ze toekijkt, haar eigenaar kan met haar doen wat hij wil, haar man wordt voor jaren weggestuurd, haar kind wordt haar afgenomen en verkocht.

Maar uiteindelijk komt er een voorzichtige wending ten goede. Ze treft eerst een betere eigenaar dan de meesten, weet vervolgens in de chaos van de beginnende onafhankelijkheidsoorlog te ontsnappen en komt uiteindelijk terecht bij de ”Black Loyalists” die de kant van de Britten hebben gekozen. Na de oorlog krijgen ongeveer 3000 van deze voormalige slaven de gelegenheid om naar Nova Scotia te gaan en daar een nieuw bestaan op te bouwen. Hun namen staan stuk voor stuk opgetekend in een bestaand historisch document uit 1783: ”Book of Negroes” – het negerboek dus.

In het verhaal is Aminata degene die de namen van al die mensen in het grote boek opschrijft, en dat is veelzeggend. Een naam bewijst immers dat iemand een uniek individu is, dat hij een persoonlijke identiteit heeft. Al op het slavenschip is Aminata daarom, als klein meisje, bezig om namen te verzamelen: „In het donker herhaalden de mannen mijn naam en riepen me die van hen toe terwijl ik langsliep. Ze wilden dat ik hen kende. Wist wie ze waren. Wat hun naam was. Dat ze in leven waren en zouden voortleven. ”Idrissa”. ”Keita”. Zo ging het maar door.”

Ze vindt het vreselijk om door de mannen die macht over haar hebben ”Mary” genoemd te worden, ze wil haar eigen naam niet prijsgeven, ze wil haar wortels en haar geschiedenis vasthouden. Voortdurend is ze op zoek naar het antwoord op de vraag waar ze precies vandaan komt, en het verlangen om ooit terug te keren naar die plek houdt haar haar hele leven gaande. Als dus ook Nova Scotia geen paradijs op aarde blijkt te zijn, grijpt ze de kans om naar Afrika te gaan.

Uiteraard loopt dat uit op een grote teleurstelling. Nadat ze bijna opnieuw door slavenhandelaars verkocht wordt, vindt ze een klein dorpje waar ze een maand lang de verhalenverteller is die ze altijd al wilde zijn. Religie biedt haar in de loop van haar leven steeds minder troost, hoogstens denkt ze met vertedering terug aan de Koranlessen van haar vader, of ondergaat ze welwillend maar bevreemd een christelijke kerkdienst. In plaats daarvan komt de troost van verhalen – typerend voor wie geen wortels meer heeft in een land, een familie en een geloof.

Vanuit Afrika reist Aminata naar Londen. Daar vertelt ze opnieuw haar verhalen, als ze door de abolitionisten wordt ingezet als boegbeeld in hun strijd voor afschaffing van de slavenhandel. Ze vindt een plek om te wonen, ze vindt een van haar verloren kinderen terug en ze stelt haar verhaal op schrift. Zelfs dan nog moet ze vechten om haar eigen woorden te kiezen en om een uitgever te vinden die niets in haar tekst zal veranderen.

Het verhaal eindigt aan de vooravond van de stemming over William Wilberforces motie voor afschaffing van de slavenhandel in 1807, waar Aminata’s verhalen het hunne toe hebben bijgedragen. Het is een van de grote thema’s van het boek: de macht van woorden om de werkelijkheid te veranderen. Uiteindelijk winnen verhalen het altijd van bruut geweld – tenminste, als ze waarachtig zijn. Wat meteen de allerbeste reden moet zijn geweest voor Lawrence Hill om zijn roman te schrijven. Al is Aminata dan een verzonnen personage, toch blijkt op elk bladzijde het verlangen van de auteur om zorgvuldig recht te doen aan de werkelijkheid van toen, om zijn verhaal met zo veel mogelijk authenticiteit en inlevingsvermogen te vertellen.

Dat maakt ”Het negerboek” zo’n mooi boek. Het is een indrukwekkende beschrijving van het achttiende-eeuwse slavenbestaan, samengebald in de geschiedenis van één vrouw. Het stoot door naar dieper liggende vragen over identiteit en zingeving: Wie ben ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naartoe? En vooral: het gaat over mensen van wie de naam niet vergeten mag worden. ”The Book of Negroes” was immers een boek met namen, en bij elke naam hoorden ooit een gezicht en een stem. Dat is wat Lawrence Hill ten diepste doet: schrijven tegen de vergetelheid.


Boekgegevens

Het negerboek, Lawrence Hill
vert. Ine Willems; uitg. Ailantus, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 895 3039 4; 448 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer