Om aanslagen met zelfgemaakte explosieven te voorkomen, werken volgens het ministerie van Veiligheid en Justitite verschillende clubs ook nauw samen. Het gaat om terrorismebestrijder NCTb, Infrastructuur & Milieu, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten AIVD en MIVD, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie, de Joint Taskforce Counter-IED, het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), het Nederlands Forensisch Instituut, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en overheidspartijen. Er heeft overleg plaats met het bedrijfsleven, waaronder grote producenten van chemicaliën, en brancheorganisaties.

Voorts is in 2010 is bij het KLPD een loket voor meldingen over (mogelijk) verdachte transacties van chemicaliën voor zowel explosieven als drugs verwezenlijkt. Het Forensisch Institituut ontwikkelt intussen een datasysteem voor onder meer defensie en politie. Hiermee kunnen volgens het ministerie van Veiligheid gegevens over (zelfgemaakte) explosieven „snel, slim en mobiel” worden doorzocht. Een proef loopt.

De Noren onderzoeken nu de werkwijze van de verdachte van de aanslagen vrijdag in hun land en de precieze samenstelling van het explosief dat werd gebruikt in Oslo. Het is nog niet duidelijk of aanscherping van de Europese voorstellen voor de omgang met stoffen die voor explosieven kunnen worden gebruikt, moeten worden aangescherpt, aldus het ministerie.