Economie

Zomer niet beste beleggingsperiode

Actieve beleggers die zorgeloos willen genieten van hun zomervakantie kunnen beter niet veel aandelen in portefeuille houden. Los van de onrust over overheidsschulden, is statistisch gezien de kans op een zomerdip groter dan die op een ‘campinghausse’.

Bert Burger
22 July 2011 21:17Gewijzigd op 14 November 2020 15:55
Foto ANP
Foto ANP

Met smartphones, iPads en andere handzame communicatiemiddelen kunnen de ontwikkelingen op de financiële markten eenvoudig worden gevolgd. Menig belegger zal het niet kunnen laten om de koersen, al dan niet via een handige app, nog even te checken alvorens een duik in het zwembad te nemen of aan een bergwandeling te beginnen. Om aan de gewenste ontspanning toe te komen is het echter wel zo handig als de beleggingsportefeuille met rust wordt gelaten.

Een verstandige stap is dan om het belang van aandelen in de beleggingsportefeuille gedurende de zomervakantie niet al te groot te laten. De huidige situatie, met een nog altijd zwakke economische ontwikkeling en forse koersschommelingen op de aandelenmarkten, noopt toch al niet tot een offensieve beleggingsstrategie. Er is echter een andere, statistische reden om in de zomer voorzichtig te zijn. Zo leert een inventarisatie van het gemiddelde aandelenrendement per maand in de afgelopen ruim vijftig jaar dat augustus en september de slechtste maanden zijn om in aandelen te beleggen. In feite loopt de periode waarin aandelenbeleggingen weinig opleveren van mei tot en met oktober, zij het dat in juli de koersen gemiddeld genomen wel een licht positief resultaat laten zien. Het best kan er worden (bij)gekocht als de winter zich aandient. Van december tot en met april wordt de meeste koerswinst geboekt.

Uiteraard is het onverstandig om blindelings aan de hand van de kalender te beleggen. Een gemiddelde, al is het over vele jaren, zegt niet alles over het rendement dit jaar. Het bestaan van de term ”campinghausse”, die waarschijnlijk is terug te voeren op de sterke koersstijgingen in de zomer van 1997, maakt duidelijk dat de uitzonderingen op de regel soms grote vormen aannemen.

Inspelen op het seizoensmatige patroon van de koersontwikkelingen –dat overigens wereldwijd speelt– zou gemakkelijker zijn als bekend was welke factoren hierin een rol spelen. Meerdere theorieën doen de ronde. Voor de hand liggend is de gedachte dat veel beleggers als het mooi weer is niet al te veel tijd willen besteden aan hun beleggingsportefeuille en daarom geen nieuw geld naar de beurs brengen. Als de dagen korter worden en men meer thuisblijft, is er weer meer aandacht voor de financiële situatie en wordt er meer belegd.

Tegen deze verklaring zou kunnen worden ingebracht dat op het zuidelijk halfrond hetzelfde seizoenspatroon op de beurs speelt, terwijl de zomer daar juist koud is en de winter de warme en zonnige periode. Maar waarschijnlijk is dit niet van belang, aangezien de aandelenmarkten in de zuidelijke landen van Latijns-Amerika en Afrika en in Australië zich moeilijk kunnen onttrekken aan de ontwikkelingen in de markten in Noord-Amerika, Europa en het Verre Oosten.

Een andere mogelijke verklaring voor het rendementsverschil tussen zomer en winter is dat aan het eind van het jaar beleggers meer oog krijgen voor het volgende kalenderjaar en de beleggingshorizon dus weer wat langer wordt. Waar men voor de korte termijn het overgebleven huishoudgeld wellicht nog even op de betaalrekening wil houden, lijkt het met een blik op de lange termijn weinig zinvol om langer te wachten met de aankoop van aandelen. Daarbij zou ook kunnen meespelen dat er aan het eind van het jaar nogal eens een dertiende maand of een bonus wordt uitgekeerd.

Ook de forse koersdalingen in oktober in de jaren 1907, 1929 en 1987 zouden een rol kunnen spelen. In de aanloop naar deze maand is voorzichtigheid wenselijk, terwijl in de maanden na oktober de weg weer vrij lijkt om in te stappen.

Welke verklaring ook de juiste is, het seizoenspatroon is sterk genoeg om er rekening mee te houden. De rendementsverschillen tussen zomer en winter verschillen per land en per periode, maar kunnen bij een radicale toepassing (alles verkopen in mei en terugkopen in november) meerdere procenten bedragen. En is het financieel niet lucratief, dan levert een ‘slanke’ aandelenportefeuille in de zomer in ieder geval extra gemoedsrust op.

De auteur schrijft op freelancebasis over ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer