Het Landelijk Expertisecentrum Kinderporno, dat onder het OM Rotterdam valt, maakte in juni bekend geen mogelijkheden te zien voor vervolging van Martijn. Het OM heeft in het weekeinde gemeld zeer benieuwd te zijn naar de uitkomsten van de aangekondigde artikel 12-procedure.

Artikel 12

In een artikel 12-procedure bekijkt een gerechtshof of het OM terecht heeft besloten niet tot (verdere) vervolging over te gaan. Alleen personen die direct belang hebben bij zo’n vervolging kunnen een beklagprocedure beginnen door een brief te schrijven aan het hof.

Advocaat Yme Drost is zo’n procedure begonnen namens de ouders van een peuter die seksueel is misbruikt. De dader zou bij de politie hebben verklaard dat hij van de vereniging Martijn tips kreeg over welke kinderen hij het best op welke manier kon benaderen en hoe zijn sporen te wissen. Daarop deed Drost aangifte tegen Martijn, wat na onderzoek door het OM niet tot een strafzaak leidde.

Als het gerechtshof het klaagschrift heeft binnengekregen, vraagt het eerst schriftelijk aan de officier van justitie waarom hij heeft besloten niet te vervolgen. Dan bekijkt een advocaat-generaal (de aanklager in hoger beroep) de beslissing van de officier nog een keer. De advocaat-generaal adviseert het hof vervolgens om het beklag al dan niet gegrond te verklaren.

Beslist het hof dat het beklag misschien gegrond is, dan mag de klager op een zitting zijn standpunt komen uitleggen. Deze zitting is besloten. Wel is meestal degene aanwezig van wie de klager vindt dat hij moet worden vervolgd. Ongeveer zes weken na de zitting komt het hof met een beslissing (beschikking). Is het beklag gegrond, dan kan het hof het OM opdracht geven alsnog te vervolgen. Als de klacht ongegrond blijkt, volgt er geen opdracht aan het OM. Er is geen hoger beroep of cassatie mogelijk tegen een artikel 12-beschikking.

De procedure is vernoemd naar artikel 12 uit het Wetboek van Strafvordering, dat het mogelijk maakt te klagen over een beslissing van het OM niet te vervolgen. Het is de enige mogelijkheid om een zaak waarover al door het OM is beslist toch nog voor de rechter te krijgen.

Met deze procedure is PVV-leider Geert Wilders in 2010 alsnog voor de rechter gekomen. Het OM had eerder geoordeeld dat het niets strafbaars zag in zijn anti-islamuitspraken, maar het gerechtshof in Amsterdam wilde dat er een rechter over oordeelde. Wilders is onlangs na een langdurig proces vrijgesproken.