Oud-burgemeester Rietkerk: Genemuiden heeft hoog niveau van leven en werken behaald
KAMPEN – Zendingsdocent, raadslid, wethouder in de gemeente Oldebroek, Statenlid en uiteindelijk burgemeester van Genemuiden. Het is in het kort de levensgang van Jan Rietkerk (75), die hem recent samenvatte in een boek. „Genemuiden heeft een hoog niveau van leven en werken behaald.”
In 1959 vertrekt Rietkerk met zijn vrouw naar Nieuw-Guinea, het westelijk deel van Papoea. Ze worden uitgezonden door zendingsvereniging Mesoz. In de archieven van Mesoz, in Rietkerks woonplaats Kampen, kwam hij allerlei gedetailleerde rapportages tegen die hij destijds verplicht was naar Nederland te sturen. „Mijn kinderen drongen er bij me op aan wat met die informatie te doen en zo ontstond het idee voor mijn memoires ”Van Papoea tot Genemuiden”.”
Na zijn terugkeer naar Nederland woont Rietkerk jarenlang in Wezep, is actief binnen het RPF-bestuur, wordt raadslid en later wethouder in de gemeente Oldebroek en Statenlid. In 1987 wordt de Nederlands gereformeerde Rietkerk, vader van de Overijsselse CDA-gedeputeerde Theo Rietkerk, burgemeester van Genemuiden.
Met zijn autobiografie wil Rietkerk naar eigen zeggen eens een positief beeld neerzetten van Genemuiden. „De manier waarop Rachel Visser met haar dit jaar verschenen boek ”Zwarte dauw” de stad in de hoek heeft gezet als een achterlijk en zwartgallige gemeenschap, vind ik vreselijk. De opbrengst van mijn boekje gaat naar de stichting Setia-Malang die christelijk onderwijs in Indonesië steunt.”
Vanaf het begin voelde Rietkerk een bijzondere band met Genemuiden, zegt hij. „Ik werd helemaal opgenomen in de gemeenschap. Een jaar later al bezocht koningin Beatrix de stad op Koninginnedag, een absoluut hoogtepunt voor mij en voor Genemuiden. Het bedrijfsleven had –vrijwillig– geld bij elkaar gelegd voor een mooie ontvangst van de vorstin. Aan de gemeenteraad vroeg ik hoeveel geld er vanuit de gemeente beschikbaar was. „Er is geen begroting”, zei de raad. Ik mocht niet op de centen kijken, want ik moest de vorstin netjes kunnen ontvangen. Dat is ook Genemuiden. Het heeft een geweldig niveau van leven en werken behaald.”
Dat het niet alles pais en vree is in de gemeenschap, beseft ook Rietkerk. „Genemuiden kampt met het probleem van drank- en soms drugsgebruik door de jeugd. Niet anders dan in Staphorst en Urk. Het probleem van drankketen stak al in mijn tijd de kop op.”
De komst van een opvangcentrum voor asielzoekers naar de tapijtstad stelde Rietkerk in 1995 voor een schier onmogelijke opdracht. „Een vloed van asielzoekers uit het voormalige Joegoslavië overspoelde ons land. Er heersten allerlei vooroordelen die ik uit de weg moest ruimen. Ik heb diverse dominees persoonlijk gesproken en hen erop gewezen dat ze een Bijbelse opdracht hadden om vluchtelingen een thuis te bieden. Met hulp van stichting Gave is het gelukt de Genemuiders klaar te maken voor de komst van het azc.”
Met stemverheffing: „En dat lag enorm gevoelig, hoor. Toen ik het onderwerp azc aansneed in de collegevergadering, zeiden alle wethouders: „Burgemeester, het is uw portefeuille.” Later heb ik het azc zelf een naam mogen geven. Ik vond ”het witte dorp” wel een leuke.”
Nog steeds windt de oud-burgervader zich op over het feit dat Genemuiden door een reorganisatie bij de politie zonder eigen politiepost kwam te zitten. „Als er iets aan de knikker was, moesten agenten helemaal uit Kampen komen. We voelden ons achtergesteld. Bij risicovolle activiteiten, zoals de nieuwjaarsviering en de beruchte brommerraces rond Koninginnedag, overlegde ik met het openbaar ministerie en de politie over de inzet van agenten. Ik had veel minder agenten tot mijn beschikking dan dat voortdurend werd beloofd. Bij andere, meer alledaagse evenementen zou ik geen moeite hebben gehad om er veertig te krijgen.”
Rietkerk is ervan overtuigd dat het gevoel van achterstelling en de latere –gedwongen– opname in de fusiegemeente Zwartewaterland heeft geleid tot de uit de hand gelopen brommerraces. Jongeren raakten in 2001 slaags met de politie nadat toenmalig burgemeester Plomp had afgekondigd op te treden tegen de brommerraces.
Rietkerk bekent dat ook een stukje eigengereidheid van de Genemuiders een rol heeft gespeeld. „Als ik in het begin van mijn burgemeesterschap in de gemeenteraad over de brommerraces begon, kreeg ik al snel te horen dat ik daar niet zo’n punt van moest maken. Later is die attitude veranderd. Het is en blijft een lastig onderwerp. Kijk maar naar Urk, waar de situatie recent flink uit de hand liep en zelfs werd geprobeerd de woning van de burgemeester in brand te steken. Van groot belang is dat er binnen de gemeentelijke organisatie mensen zijn die het vertrouwen van de jeugd genieten.”
Niet alleen rechtstreeks geweld tegen een burgemeester heeft volgens Rietkerk het ambt van de eerste burger veranderd. „Bij mijn aantreden in Genemuiden zei ik tegen de raad dat ze er twee mensen bij kregen voor één salaris. Mijn vrouw deed in alles mee. Ze ging mee op bezoek bij jubilea, geboortes en noem maar op. Tegenwoordig hebben de burgemeestersvrouwen hun eigen agenda en vaak hun eigen baan. Ik vind dat jammer.”
Daarnaast is Rietkerk niet te spreken over het duale politieke systeem in de lokale politiek. „Het dualisme moest de afstand tussen college en gemeenteraad vergroten. Ik vind dat de kloof té groot is geworden. In de periode voor de invoering van het dualisme zat een wethouder bij het fractieoverleg van zijn eigen partij. Tegenwoordig kan hij de laan worden uitgestuurd door zijn eigen fractie. Dat lijkt meer op elkaar de tent uitvechten dan op behoorlijk bestuur.”
”Van Papoea tot Genemuiden” is verkrijgbaar in boekhandels in de gemeenten Zwartewaterland, Oldebroek en Kampen en te bestellen via 038-3856586.