De rechter achtte bewezen dat de man zich tien jaar geleden heeft vergrepen aan een labiele patiënte uit zijn toenmalige praktijk in het Zuid-Hollandse Nieuwerbrug.

De rechtbank legde hem 360 uur werkstraf en zes maanden voorwaardelijke celstraf op. Ook kreeg hij een voorwaardelijke schorsing van de beroepsuitoefening van twee jaar. De arts erkende toen dat hij in 1992 meerdere malen gemeenschap had met zijn patiënte. Haar christelijke achtergrond heeft bij de vrouw een rol gespeeld in het laat aangifte doen.

Raadsman G. Roethof noemde die beschuldigingen „volstrekt ongeloofwaardig.” Volgens de raadsman was er enkel sprake geweest van een liefdesrelatie tussen arts en patiënt, die beiden met een ander waren gehuwd. „ Hij had haar natuurlijk moeten doorverwijzen naar een andere arts. Dat hij dat niet heeft gedaan, is de enige fout die mijn cliënt heeft gemaakt”.

De arts ging in beroep en ontkent de verkrachting nu. Officier van justitie mr. Van Es gelooft echter wel dat de vrouw is verkracht en eiste 240 uur werkstraf, een jaar voorwaardelijke celstraf en een voorwaardelijke schorsing van de beroepsuitoefening van twee jaar.

Het hof doet 2 juli uitspraak.