Behalve creoolse vrouwen lopen ook Hindoestaanse moeders een groter risico op het sterven van hun kindje. Bij hen is de kans 1 op 65. Het landelijk gemiddelde is 1 op 100.

Dat maakte RTL Nieuws zaterdag bekend. Het programma baseert zich op een onderzoek dat de gemeente Den Haag en de GGD uitvoerden naar de hoge babysterfte in de stad.

De onderzoekers keken naar het aantal sterfgevallen tussen 22 weken zwangerschap en 7 dagen na de geboorte. Onder laag opgeleiden is de sterfte het hoogst. Zij hebben twee keer meer kans om hun kind te verliezen dan hoger opgeleiden.

Een van de knelpunten is dat creoolse vrouwen te laat naar de verloskundige gaan. 47 procent van de moeders die hun kind verloren, ging pas na veertien weken zwangerschap naar een verloskundige. Gewoonlijk beginnen controles rond de tien weken en is er rond de twaalf weken een eerste echo gemaakt.

De onderzoekers hebben geen precieze oorzaak gevonden voor de hogere kans op babysterfte bij creoolse vrouwen. Ook is nog niet duidelijk waarom Den Haag zo hoog scoort ten opzichte van de rest van Nederland. Overigens overlijden in Nederland meer baby’s vlak voor, tijdens of vlak na de geboorte dan in veel andere Europese landen.