Onvoldoende voor inburgering Rotterdam
ROTTERDAM – De inburgeringstrajecten in Rotterdam functioneren onvoldoende.
Dat concludeert de Rekenkamer Rotterdam in een donderdag gepresenteerd rapport.
Inburgeraars moeten de Nederlandse taal leren. Daarnaast moeten ze de Nederlandse samenleving leren kennen door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen. Rotterdam kiest aanbieders van dit soort trajecten via aanbesteding.
Deze inburgeringstrajecten blijken in Rotterdam van onvoldoende kwaliteit, stelt de rekenkamer. Bij twee van de vijf aanbieders is de kwaliteit van de inburgeringstrajecten zelfs slecht.
Geen van de aanbieders weet een aansluiting tussen taal- en participatietraject te realiseren. De taallessen sluiten niet aan op de taal die deelnemers in hun praktijksituatie nodig hebben.
Volgens de rekenkamer gaat de gemeente meer uit van vertrouwen in de aanbieders van inburgeringstrajecten dan zij op kwaliteit let. Pas na signalen over de slechte kwaliteit is de gemeente actiever gaan controleren.
De gemeente moet volgens de rekenkamer meer waarborgen inbouwen bij de aanbesteding en vaststellen of een aanbieder de omvang van een inburgeringstraject wel aankan.
Het Rotterdamse college neemt de aanbevelingen van de rekenkamer over, behalve dat het inschrijvers voor een inburgeringstraject om referenties moet vragen.
Gisteren maakte Rotterdam bekend dat het gesubsidieerde instellingen gaat korten als hun personeelsleden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. Die eis wil het stadsbestuur ook stellen aan bedrijven die opdrachten uitvoeren voor de gemeente en aan peuterleidsters.