De organisatie reageert hiermee op de discussie over Martijn die is opgelaaid sinds Justitie zaterdag liet weten de pedofielenvereniging niet te kunnen verbieden. Diverse (ex)leden van de organisatie worden wel verdacht van of zijn veroordeeld voor het bezit van pornografisch materiaal. Maar deze strafbare feiten zijn volgens justitie nooit gepleegd in het kader van werkzaamheden voor de vereniging zelf.

CDA, VVD en PvdA willen hierover opheldering van minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie). Maar volgens de pedofielenvereniging hebben de Kamerleden geen goed beeld van het doen en laten van de organisatie. „Toen wij in de jaren tachtig werden opgericht, hadden wij goed contact met het parlement”, stelt een woordvoerder. „We konden op een gewone manier het debat voeren over onze ideeën en doelstellingen. Maar de afgelopen jaren domineren onjuiste berichtgeving en hetze-achtige quotes de discussie over pedofilie.”

De pedoclub erkent overigens dat veel (ex)bestuursleden met justitie in aanraking zijn geweest. „Maar dat is inherent aan het karakter van onze vereniging”, aldus de zegsman. „Het COC had in de jaren vijftig ook leden met een strafblad, omdat homofilie toen ook nog bij wet verboden was.”

De vereniging Martijn streeft ernaar al dan niet seksuele relaties tussen jongeren en volwassenen bespreekbaar en maatschappelijk meer geaccepteerd te maken. Maar in de statuten van de organisatie is zeer nadrukkelijk opgenomen dat deze doelen „binnen de grenzen van de Nederlandse wet” moeten worden nagestreefd. Het Landelijk Expertisecentrum Kinderporno van het Openbaar Ministerie houdt de organisatie en zijn leden wel al jaren in de gaten.

Er lopen ook nog diverse onderzoeken naar (ex)leden van Martijn. Zo vindt begin juli de strafzaak plaats tegen Ad van den Berg, de voorzitter van de pedoclub. Hij wordt verdacht van het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno. Van den Berg zit vanaf eind maart vast.