Rotterdams beleid luchtkwaliteit faalt
ROTTERDAM (ANP) – Met het huidige beleid lukt het Rotterdam niet om in 2015 te voldoen aan de Europese normen voor stikstofdioxide (NO2). Dat stelt de Rekenkamer Rotterdam dinsdag naar aanleiding van een onderzoek naar de effecten van het gemeentelijk beleid op de luchtkwaliteit.
De rekenkamer constateert dat, ondanks de vastgestelde normen, verbetering van de volksgezondheid in het beleid geen prioriteit heeft. In Europees verband zijn wel normen gesteld ten aanzien van concentraties stikstofdioxide. Zo mag in 2015 nergens in Rotterdam de concentratie hoger zijn dan 40 microgram per kubieke meter.
In Rotterdam wordt in 2015 op vijf plekken in de stad niet aan deze norm voldaan. Het gaat om het Weena, de Doklaan, Westblaak, Statentunnel en Maastunnel. In een reactie op het rapport van de rekenkamer zegt het stadsbestuur dat op die plekken in 2015 wel aan de norm wordt voldaan. „Het is onduidelijk waarop de bestuurders dat baseren”, stelt de rekenkamer.
„Effecten van bestaande maatregelen vallen tegen, zoals schoon openbaar vervoer, zijn niet aannemelijk, zoals de P+R-voorzieningen, of te verwaarlozen, zoals een milieuzone”, aldus de rekenkamer. Het college erkent dat de effecten op de luchtkwaliteit van het bevorderen van het fietsverkeer, elektrische scooters en het schoner maken van het eigen wagenpark niet zijn vast te stellen.
Het college neemt volgens de rekenkamer geen maatregelen die specifiek zijn gericht op andere stoffen die schadelijker kunnen zijn voor de volksgezondheid, zoals ultra fijn stof en kankerverwekkende stoffen die hart- en vaatziekten kunnen veroorzaken. „Wil Rotterdam de doelstellingen toch halen dan moet zo ongeveer het hele centrum worden afgesloten voor ‘vuil verkeer”’, aldus rekenkamerdirecteur Paul Hofstra.
In een reactie zegt het college samen te werken met het Rijk en de stadsregio aan een langetermijnagenda om de luchtkwaliteit te verbeteren. Speerpunten zijn onder meer het verminderen van de groei van de autokilometers, een schonere industrie, het gebruik van schonere brandstoffen en schoner vervoer.