Dat bleek maandag tijdens het jaarlijkse debat in de Tweede Kamer over het beleid voor de ruim 100.000 veteranen die Nederland telt. Naar schatting 2000 van hen hebben (geestelijke) aandoeningen opgelopen tijdens missies waaraan ze voor 1 juli 2007 hebben meegedaan in onder meer Bosnië, Libanon, Korea, Cambodja en Nieuw-Guinea. Honderden van hen hebben daarover, soms jarenlange, rechtszaken lopen tegen Defensie om de geleden schade op het ministerie te verhalen.

Na bemiddeling van de Nationale Ombudsman is er vorige zomer een speciale regeling bedacht waarmee alle betrokken veteranen in één klap konden worden afgehandeld. Tot woede van de militaire bonden en de meeste partijen is er tot nu toe niets mee gedaan, omdat het geld ontbreekt.

Hillen zegt er geen ruimte voor te hebben in het defensiebudget en had eerder de fractievoorzitters al opgeroepen om de tafel te gaan zitten om een oplossing te bedenken. De minister verzekerde de Kamer dat hij zich sterk maakt voor de zaak. Hij hoopt dat andere ministers hem te hulp willen schieten. „Ik ben ermee bezig in het kabinet”, zei hij.

Maar omdat het volgens de minister om een gedeelde verantwoordelijkheid gaat, rekent hij er ook op dat de Kamerleden via hun fractievoorzitters druk blijven uitoefenen om het geld te vinden. Vooral de SP en D66 benadrukten dat het geen kwestie van geld maar van politieke wil is om de zaak te regelen.

Hillen kon een andere wens van de Kamer al wel honoreren. Hij kondigde aan dat Defensie de komende jaren het bevrijdingsdefilé op 5 mei in Wageningen blijft steunen. Over ongeveer vijf jaar moet dat volgens de minister dan opnieuw worden afgewogen.

Defensie wilde aanvankelijk na 2010 de steun aan de jaarlijkse herdenking stoppen. Dat leidde tot veel verzet, onder meer vanuit de landelijke en lokale politiek en van veteranen. Defensie besloot daarop tot 2013 te blijven meewerken aan het defilé met geld, militairen en materieel. Met name de PvdA, PVV, D66 en SGP deden een beroep op Hillen om ook daarna hierbij betrokken te blijven.