Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur) zou moeten wachten met de afschaffing van de strippenkaart in Overijssel, Gelderland, Flevoland, Noord-Holland en Friesland (op 30 juni) en Zeeland en Limburg (op 7 juli). In Zuid-Holland is het al zover, Groningen, Drenthe, Noord-Brabant en de provincie Utrecht volgen naar verwachting na de zomer.

Een commissie onderzoekt nog knelpunten met betrekking tot de ov-chipkaart, onder meer de problemen rond het dubbele opstarttarief. Dat moeten reizigers betalen als ze met verschillende vervoerders reizen, waardoor ze worden geconfronteerd met twee keer een begintarief. Ook gaat de commissie-Meijdam voorstellen doen voor een nieuwe landelijke organisatiestructuur voor de chipkaart.

De ANWB wil verder dat de Kamer er bij de minister op aandringt dat de waarde van ongebruikte strippen kan worden overgeheveld op de ov-chipkaart, zodat mensen er nog iets aan hebben. „Het kan niet zo zijn dat de geldelijke waarde vervalt als gevolg van een overheidsbesluit om het huidige betaalsysteem af te schaffen ten gunste van een nieuw betaalsysteem”, staat in de brief.