Hoogbejaarde vrouw bekent moord uit 1946
LEIDEN – Een 96-jarige vrouw uit Rotterdam heeft de moord bekend op de Leidse ingenieur Felix H.E. Guljé, die op 1 maart 1946 in de deuropening van zijn huis werd neergeschoten. Een woordvoerster van de burgemeester bevestigde woensdag berichtgeving hierover van het persbureau GPD.
Zij deed haar bekentenis in een brief aan de Leidse burgemeester Henri Lenferink. Naar aanleiding van de brief heeft de burgemeester met de vrouw gesproken.
De autoriteiten hielden er destijds rekening mee dat iemand uit het voormalige verzet Guljé had omgebracht. De ingenieur, die directeur was van het metaalbedrijf Hollandsche Constructie Werkplaatsen, zou economische collaboratie hebben gepleegd. Guljé werd daarvan echter vrijgesproken. Volgens sommigen werd Guljé vermoord omdat hij teveel wist over de slechte behandeling van landverraders in de na de oorlog opgerichte interneringskampen.
De gemeente heeft de brief voorgelegd aan het Openbaar Ministerie in Den Haag. Het OM doet echter niets met de zaak, omdat hij allang is verjaard. „De zaak verjaarde in de jaren zestig. Volgens de wet is het niet meer mogelijk tot vervolging over te gaan. Deze zaak is vooral van historisch belang, en niet zozeer van juridisch”, aldus een woordvoerder van het OM.
Ir. Guljé was ook vice-voorzitter van de Raad van Bestuur in Arbeidszaken, voorzitter van de Algemene Katholieke Werkgeversvereniging en voorzitter van het Rooms-Katholieke Verbond van Werkgeversvakverenigingen. Hij maakte een goede kans om na de oorlog minister te worden.
Er werd die fatale dag bij zijn huis aan de Van Slingelandtlaan 8 aangebeld. Een vrouw vroeg of ze de ingenieur even mocht spreken. Toen hij naar de deur kwam, werd hij neegeschoten. De dader wist door de felle sneeuwjacht te ontkomen. Guljé stierf enige tijd later in de ambulance. Op zijn begrafenis was het voltallige kabinet-Schermerhorn aanwezig.
De vrouw die de moord heeft bekend, woonde een lange periode in Oegstgeest, vertrok naar Indonesië, maar woont nu in Rotterdam.
De moordzaak is altijd met raadsels omgeven geweest. De Leidse politie zou destijds 10.000 gulden smeergeld hebben gewild van de weduwe Guljé, anders zou ze het onderzoek niet voortzetten. Dat heeft zij geweigerd.
Zoon Eugène Guljé (1925-2009) was 20 jaar toen het drama zich voltrok. Hij is zijn leven lang op zoek geweest naar de persoon die zijn vader doodde. Het dossier over de zaak was zoekgeraakt, maar kwam uiteindelijk boven water na Kamervragen in 2006 aan minister van justitie Korthals Altes. In het boek ”Niet te geloven” (2007) van journaliste Marian Spinhoven vertelde ex-priester Eugène Guljé, die in Broek in Waterland woonde, „over de oorlog, moord op zijn vader, de kerk, drugs, geloof en geluk”.
Hij werd in 1952 tot priester gewijd. Na in twee parochies kapelaan te zijn geweest, werd hij de secretaris van de eerste bisschop van het nieuwe bisdom Rotterdam. In 1969 trouwde hij met de 22-jarige Georgette Heijmans. Daarom moest hij het priesterambt neerleggen. Hij vond werk in de begeleiding van drugsverslaafden en speelde een belangrijke rol in de uitbouw van de Jellinekkliniek te Amsterdam.
Update 16.35 uur: De 96-jarige vrouw die begin dit jaar heeft bekend in maart 1946 ingenieur Felix Guljé te hebben doodgeschoten, is G.A. (Atie) Ridder-Visser. Burgemeester Henri Lenferink van Leiden heeft dat woensdag gezegd. Deze vrouw was volgens hem een vooraanstaand lid van het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
De vrouw is nooit bij de politie in beeld geweest als verdachte. Ze behoorde volgens Lenferink in de oorlog tot een knokploeg die zich richtte tegen collaborerende Nederlanders. In gesprekken met de burgemeester heeft de vrouw gezegd dat ze de moord niet had gepleegd, als ze meer over Guljé had geweten.
De verzetsgroep dacht dat de ingenieur aan de kant van de nazi’s stond, maar in werkelijkheid deed Guljé veel in de illegaliteit, net als de verzetsstrijders.