Binnenland

Hitte als vijand nummer één

De missie is „zonder meer uitdagend”, de bewapening „stevig.” Grootste vijand voor de Nederlandse mariniers die klaarstaan om Irak binnen te trekken, is de hitte. „Na zeven dagen acclimatiseren breekt je nog iedere keer het zweet uit.”

Riekelt Pasterkamp
13 June 2003 11:09Gewijzigd op 14 November 2020 00:22
DOORN - Mariniers zitten in een van de drie uit te zenden CH 47 Chinook-helikopters. De Nederlandse militairen presenteerden zich donderdag in Doorn aan de pers. In totaal zullen 1100 Nederlandse soldaten later dit jaar naar Irak vertrekken. Zij maken dee
DOORN - Mariniers zitten in een van de drie uit te zenden CH 47 Chinook-helikopters. De Nederlandse militairen presenteerden zich donderdag in Doorn aan de pers. In totaal zullen 1100 Nederlandse soldaten later dit jaar naar Irak vertrekken. Zij maken dee

Defensie was er wederom als de kippen bij. Nog geen week na de aankondiging van het kabinet om militairen naar Irak te willen sturen, zwaaide donderdag de poort van de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn open.

Zwaarbewapende mariniers laten volmondig weten er „klaar” voor te zijn. Genisten willen „in de bloedhete zandbak” zo snel mogelijk tenten met airco opzetten en de luchtmacht denkt dat haar Chinook-helikopters wel tegen een beetje zand kunnen. Geen vuiltje aan de lucht.

„Er staat een stevig detachement”, verzekert luitenant-kolonel Dick Swijgman, beoogd commandant van de 1100 Nederlanders in Irak. En de operatie is zo ’paars’ als het maar kan, alle krijgsmachtdelen doen eraan mee: marine (650 mariniers), landmacht (genie), luchtmacht (met drie Chinook-helikopters) en marechaussee (politietaken).

Op de marinierskazerne in Doorn is niets te merken van de reserves die de politiek heeft bij de missie. De Tweede Kamer wil namelijk meer weten over de risico’s die de militairen lopen. Volgens de VVD’er Wilders past de veiligheidsanalyse van de missie „op de achterkant van een bierviltje.” Volgende week donderdag is er een hoorzitting. In ieder geval moet daar de chef-defensiestaf opdraven.

Kolonel Theo Damen, die namens de chef-defensiestaf een verkennersmissie naar Irak leidde, vindt dat het allemaal wel meevalt. „We studeren nog op de geweldsinstructies die de Britten hebben.” Volgens Damen is door de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst een veiligheidsanalyse van dik twintig bladzijden gemaakt.

Damen vindt het niet nodig om zwaarbewapende Apache-helikopters mee te sturen. Iets wat bij de uitzending van de mariniers naar Ethiopië en Eritrea in 2001 wel gebeurde. Overigens op aandringen van de Tweede Kamer. Overste Swijgman verwacht uit de voeten te kunnen met mortieren, mitrailleurs, antitankwapens en klein kaliber vuurwapens. „Dat zouden we ook meenemen als we ten strijde zouden trekken.”

De hitte in de bakoven die Zuid-Irak is, vrezen de Nederlandse militairen nog het meest. Alleen daarom al krijgen alle 1100 Nederlandse militairen begin augustus een week de tijd om in Koeweit te acclimatiseren. Pas daarna reizen ze door naar het Nederlandse operatiegebied in de Iraakse woestijnprovincie Al Muthanna. Een gebied met 450.000 inwoners.

De temperatuur in de woestijn loopt met gemak op tot boven de 50 graden Celsius. „Het wordt er echt bloed- en bloedheet”, aldus Swijgman. Hij kan het weten, want hij was onlangs al op verkenning in het gebied. „Zes liter water drinken per dag was niet genoeg om normaal te kunnen urineren.”

Majoor Rob Gouders van de helikopters heeft dezelfde ervaring: „Je zoekt elk moment naar een stukje verkoeling.” Blijven drinken is het devies. „Anders krijg je hoofdpijn.” Overigens gaan de heli’s misschien maar voor vier maanden, zegt Gouders. „Vliegen in het gebied is zeer monotoon. Het is nog vlakker dan Nederland. We moeten zien dat we onze vaardigheden bewaren.”

Behalve de acclimatiseringsperiode in Koeweit treft Defensie nog andere voorzorgsmaatregelen. Zo wordt het werk begonnen bij het krieken van de dag, als de temperatuur het laagst is. Tot een uur of elf in de ochtend wordt gewerkt, waarna op het heetst van de dag zo veel mogelijk gerust wordt, tot het einde van de middag. In de avond kan weer worden gewerkt.

Mocht het tot gewapende incidenten komen, dan hebben de Britten een zwaarbewapend gevechtsbataljon achter de hand om de Nederlanders te hulp te schieten, heeft het kabinet al aan de Tweede Kamer laten weten.

Volgens het ministerie is de situatie in het zuiden van Irak redelijk stabiel, al „kan de situatie onverwacht verslechteren.” Criminele bendes zouden zich vooralsnog rustig houden en in de hoofdstad As Samawah beperkt de criminaliteit zich tot berovingen, autodiefstal en wapenhandel.

De Iraakse bevolking wordt door de mariniers niet als een gevaar gezien. „Ze zijn vriendelijk en nieuwsgierig”, aldus Swijgman. „We gaan aan de lokale bevolking uitleggen wat we doen en waarom. Het is onze taak om een bijdrage te leveren aan de stabiliteit en veiligheid in Irak en daarmee hulpverlening en wederopbouw mogelijk te maken.”

Volgens Damen moeten de Nederlandse militairen zo min mogelijk opvallen. „We moeten tonen dat we geen bezettingmacht zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer