Dat heeft ds. D. Quant, assessor (tweede voorzitter) van de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, dinsdag desgevraagd meegedeeld.

De landelijke kerkvergadering van de CGK sprak dinsdag in Bunschoten opnieuw achter gesloten deuren over een rapport van de studiecommissie homoseksualiteit en homoseksuele relaties. Tijdens de vorige zitting op 10 mei dienden synodeleden uiteenlopende voorstellen in, waarna de synode besloot de zitting te verdagen.

De synode heeft dinsdag alleen een procedureel besluit kunnen nemen, aldus ds. Quant. „Er is hard gewerkt, maar het is de synode uiteindelijk niet gelukt om tot een duidelijke, afgeronde visie te komen. Willen we als kerken tot een stevige uitspraak komen, dan is er meer tijd nodig.”

Volgens de predikant uit Huizen hebben de kerken uitgekeken naar een besluit van de synode. „Dat spijt ons, maar er zal ook begrip voor zijn dat we over zo’n belangrijk onderwerp, waarover de meningen uiteenlopen, een weloverwogen besluit willen nemen. We hebben de bespreking op een geestelijke manier mogen voeren, de handen ineen kunnen slaan, en eensgezind besloten op deze manier verder te gaan.”

De synode besloot unaniem een nieuwe studiecommissie in het leven te roepen die op basis van het huidige rapport onderzoek gaat doen naar een Bijbelse visie op homoseksualiteit en homoseksuele relaties. Daarmee komt het onderwerp terug op de generale synode van Urk in 2013.

De commissie staat onder leiding van een onafhankelijke voorzitter, A. G. van de Weerd uit Veenendaal. Leden zijn ds. P. J. den Hertog (Zaandam), ds. J. M. J. Kieviet (Dordrecht-Centrum), ds. B. Reinders (Zwaagwesteinde), ds. J. G. Schenau (Goes), ds. P. J. Steensma (Veenwouden) en ds. J. Westerink (Urk). De commissie zal nog worden uitgebreid met een persoon. Alle hoogleraren van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) zijn beschikbaar voor advies.

De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken besloot in 2007 een studiecommissie inzake homoseksualiteit en homoseksuele relaties in te stellen. Die heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een rapport waarin een „Bijbels verantwoorde visie” hierop wordt gegeven. De commissie kreeg daarnaast de opdracht een „pastorale handreiking” op te stellen die „aandacht schenkt aan alle relevante aspecten van de vraag naar de plaats die homoseksuele broeders en zusters in de gemeente van Christus innemen en de pastorale zorg voor hen.”

Een belangrijke aanleiding tot het instellen van de studiecommissie was een besluit van de kerk in Zwolle in 2003. De kerkenraad wilde homofiele gemeenteleden die samenleefden met iemand van hetzelfde geslacht blijven erkennen als „zusters en broeders in volle rechten”, wat onder meer betekende dat zij mochten deelnemen aan het heilig avondmaal.

In 2005 kwam hier nog het boekje ”Hij heeft een vriend – homorelaties in de christelijke gemeente” van dr. B. Loonstra bij. De Emmeloordse predikant nam de publicatie in het najaar van 2005 terug, maar die had inmiddels voor de nodige onrust gezorgd binnen de kerken.

De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken komt dit najaar nogmaals bijeen. Dan staan de emeritikas en de toekomst van de Theologische Universiteit Apeldoorn op de agenda.