Dat is de insteek van Nederland tijdens het speciale overleg van de Verenigde Naties over aids, van 8 tot en met 10 juni in New York. Staatssecretaris Ben Knapen (Ontwikkelingssamenwerking) schreef dat woensdag in een brief aan de Tweede Kamer. Hij verwacht dat er in New York nog flinke discussies volgen om te komen tot overeenstemming over de aanpak. In de aanloop zijn er nogal wat twistpunten en de onderhandelingen gaan moeizaam.

Het is de derde keer dat zo’n High Level Meeting on Aids (HLM) plaatsheeft. In 2001 en in 2006 werden al VN-breed verklaringen aangenomen om de ziekte in te dammen. In 2011 is het tijd om te kijken wat er is bereikt en afspraken te vernieuwen, aldus Knapen.

Hij verwijst naar een VN-rapport, waarin onder meer staat dat het aantal nieuwe infecties afneemt en meer dan zes miljoen mensen een behandeling krijgen. Maar deze toegang tot medicijnen is er nog lang niet overal. Knapen noemt de resultaten fragiel. Hij vindt het noodzakelijk om nog harder in te zetten op het voorkomen van de verspreiding. Wereldwijd raken er nog altijd 7000 mensen per dag besmet met hiv, het virus dat aids veroorzaakt.

Nederland zal zich, ook in Europees verband, inzetten voor een sterke slotverklaring. Daarbij moet de nadruk worden gelegd op de relatie die er bestaat tussen hiv/aids, seksualiteit en gezondheid wat de voortplanting betreft enerzijds en mensenrechten anderzijds. Sommige landen hebben moeite met afspraken daarover omdat het dan ook gaat over seksuele voorlichting, voorbehoedmiddelen en speciale doelgroepen als homoseksuelen en sekswerkers. Ook spuitomruil als middel om verspreiding van hiv/aids tegen te gaan ligt nog gevoelig bij veel landen, ook in Europa.

De Nederlandse delegatie wordt geleid door de minister-president van Sint Maarten, Sarah Wescot-Williams. Nederland wordt vertegenwoordigd door aidsambassadeur Marijke Wijnroks. Ook Tweede Kamerleden en vertegenwoordigers van Buitenlandse Zaken en ongebonden organisaties gaan naar New York.