Tweederde van de groei in sterkte betrof uitvoerend politiewerk. Dat schreef minister Remkes van Binnenlandse Zaken woensdag aan de Tweede Kamer.

De minister maakt zich zorgen over het geld van de politiekorpsen op lange termijn. De politie teert in op het eigen vermogen en leent meer om rond te kunnen komen. Dat verhoogt de rentelast. Remkes ziet dat als een signaal dat de beschikbare middelen structureel niet toereikend zijn. Remkes en zijn ambtgenoot Donner op Justitie hebben bij de vaststelling van het veiligheidsplan al toegezegd zich sterk te zullen maken voor meer geld.

Eenderde van de personeelsgroei betrof administratief-technische functies. Dat aantal is volgens Remkes relatief groot, omdat veel mensen nodig waren voor de meldkamers voor het Landelijk Telefoonnummer Politie. Ook zijn meer mensen aangetrokken voor informatie- en communicatietechnologie, het financiële beleid en beheer.

Eind 2002 was 72 procent van de politie uitvoerend (37.702 banen) en was 28 procent (14.750) bezig met administratief-technisch werk. Zij nemen ’papieren’ taken over, zodat echte agenten meer als blauw op straat kunnen fungeren.

Eenderde van de groei in sterkte werd gerealiseerd door uitvoerende politiemensen en ook eenderde betrof aspirant-agenten die tijdens hun opleiding echt politiewerk doen. Dat gebeurt sinds begin 2002. Zij tellen in de nieuwe rekenmethode voor 40 procent mee in de toename van de sterkte.

Om een vergelijking met vorige jaren mogelijk te maken, is ook de sterkte in 2001 volgens deze methode opnieuw geteld. Daardoor blijkt dat de reële uitbreiding uitkomt op bijna 3000 banen. De groei is redelijk op het beoogde niveau.

In de kabinetsplannen is een uitbreiding van 4000 voltijdbanen voorzien in 2010. Het totaal moest uitkomen op 52.128, maar daarin mogen de aspiranten niet worden meegeteld. Dat betekent dat de korpsen de komende jaren nog met 2048 banen moeten groeien. Remkes voorziet deze groei vooral vanaf 2005, omdat de aspiranten dan klaar zijn met hun opleiding en volledig meetellen.

Om de komende jaren te voldoen aan uitbreiding en vervanging van vertrekkende politiemensen, zijn jaarlijks 2000 nieuwe aspiranten nodig. Remkes heeft met het politie-onderwijscentrum LSOP daarom afspraken gemaakt om de jaarlijkse instroomcapaciteit te verminderen van 3000 naar 2000.

De korpsen besteden nu 78 procent van hun budget aan personeel en 22 procent aan materieel. De norm moet echter 75-25 procent zijn. Remkes verwacht dat de politie de komende jaren meer in materieel investeert, zoals in ict. Daardoor moet de politie effectiever gaan werken.