Dealer heeft last van negatief imago Saab
HENGELO – Het zijn roerige tijden voor het Zweedse autobedrijf Saab. Eerst was het de productie in Trollhättan die stillag, daarna een niet gelukte overname door Hawtai. Het tij lijkt echter te keren door de overeenkomst met Pang Da en de weer opgestarte productie in Zweden.
„De overeenkomst tussen Saab en mijn vrouw: het was liefde op het eerste gezicht.” Het citaat is afkomstig van Saabrijder Maarten de Bok (57). Een liefhebber, zo zou je hem kunnen noemen, want de directeur van een consultancybedrijf heeft maar liefst vijf Saabs bij huis staan.
Ook Roos van Duijn (43), eigenares van een zeevishandel, rijdt graag in een Saab. „De auto heeft een chique uitstraling. Het is elke keer weer een feestje om in te stappen.”
De liefde voor een auto kan erg ver gaan, is de strekking van het verhaal van ondernemer Ligtenstein (31): „Mijn zoontje is een echte Saabfan. Toen hij twee was, zat hij bij mijn compagnon in de auto te huilen omdat het geen Saab was.”
Directeur Maarten Baan van het in Hengelo gevestigde Saab Twente kan zich de gevoelens van De Bok, Van Duijn en Ligtenstein wel voorstellen. „Verstokte Saabrijders zijn een tikje eigenzinnige mensen. Ze houden van een degelijke en stoere auto. Je zult ze ook niet van de ene op de andere dag in een ander type auto zien rijden”, analyseert Baan de bezitter van een Saab.
De Zweedse vierwieler is populair, ondanks of misschien wel dankzij de moeilijke jaren die het bedrijf achter zich heeft. Sinds de overname door het Nederlandse Spyker, januari vorig jaar, is het onrustig. Uitstel van betalingen, stilliggende productielijnen, een afgeketste deal met Hawtai; Saab maakte het in een tijdsbestek van een jaar allemaal mee.
De zorgen rond Saab zijn ook de consument niet ontgaan. Ook dealer Baan merkt dat het negatieve nieuws vanuit Zweden de verkoopcijfers beïnvloedt. „De klantenkring blijft trouw aan het merk, maar potentiële kopers willen het nog even aanzien.” De afwachtende houding van klanten is deels te wijten aan de onzorgvuldigheid waarmee de media berichten over Saab, laat Baan zich ontvallen. „Saab heeft er wel eens veel slechter voorgestaan dan nu. Als ik op al die berichten van de laatste weken moet afgaan, lijkt het wel alsof het bedrijf al failliet is.”
Baan heeft nog geen dag spijt gehad dat hij Saab Twente in 2008 heeft overgenomen. „Het bedrijf heeft een rijke historie en is een sterk merk. Zulke kansen moet je niet laten lopen. En ook al gaat het nu even wat minder, ik hoef geen medewerkers naar huis te sturen.”
Verslingerd aan de Zweedse vierwieler
Sinds hij in 1989 zijn eerste Saab kocht, wil Sicco Steendam (53) geen andere auto meer. De orgelbouwer nam de liefde voor de Zweedse vierwieler over van zijn oom.
Wat hem aantrekt in de Saab is de degelijkheid. „Het materiaal en de vormgeving spreken mij aan.”
Steendam weet waarover hij praat. Jaarlijks legt hij 80.000 kilometer af in zijn auto. Tot twee keer toe heeft hij een ernstig ongeluk meegemaakt. „Bij een van die ongevallen zei een agent me dat ik blij mocht zijn dat ik een Saab reed en geen tweederangs auto, anders zou ik het niet overleefd hebben.”
Dat Saab de laatste jaren slecht draait, is voor Steendam geen reden om zijn favoriete automerk vaarwel te zeggen. Twee weken geleden schafte de inwoner uit het Groningse Roodeschool nog een nieuwe 9-5 aan.
De negatieve publiciteit rondom Saab kan Steendam wel plaatsen. „Als je kwaliteit levert, wek je helaas jaloezie op. Heel triest vind ik dat.”