Volgens Osepa is bij de aanpak van jeugdcriminaliteit een nieuwe aanpak nodig. „Het besef heerst dat een andere koers moet worden ingeslagen.” Zo is het nodig dat de verschillende ministeries „de krachten bundelen” en dat de problemen op „ministerie-overstijgende” wijze worden aangepakt. Curaçao kiest daarbij voor een mix van repressieve en preventieve maatregelen.

De gevolmachtigde minister vertelde dat op Curaçao tegen de 25 procent van de jongeren werkzoekend is. 70 procent van de gevangenen is tussen de 18 en 35 jaar oud. Ook worden daders van gewapende overvallen steeds jonger.

Het congres ging ook over criminaliteit onder Antilliaanse jongeren in Nederland. Volgens directeur Gert Oostindie van het Koninklijk Instituut voor Taal- , Land- en Volkenkunde zou de positie van Antillianen in Nederland verbeteren als zij op school op de Antillen beter Nederlands leren. Nu ligt de nadruk daar volgens hem vooral op Papiaments. „Daar is op zich niets mis mee, maar het is wel een probleem als het onderwijs er niet in slaagt om kinderen ook goed Nederlands te leren.”

De Haagse wethouder Marnix Norder (integratie, PvdA) herhaalde tijdens het congres zijn pleidooi voor een startkwalificatie voor Antilliaanse jongeren die naar Nederland willen komen. Zij moeten volgens hem Nederlands spreken, huisvesting hebben geregeld en zicht hebben op een opleiding of werk.

Norder begrijpt naar eigen zeggen dat hier juridische haken en ogen aanzitten. „Dat zal allemaal wel, maar het is nu dweilen met de kraan open.” Volgens hem komen er nu te veel kansarme Antillianen naar Nederland. Zij hebben „een enorme kans om in de criminaliteit en illegaliteit terecht te komen”, aldus de wethouder.