Binnenland

Opvattingen over gezin kunnen bijna niet liberaler

Geen traditionele hoeksteen, maar een leefeenheid die je naar eigen smaak inricht. Dat is de positie van het gezin anno nu. Orthodoxe christenen zijn, aldus een vandaag verschenen rapport, duidelijk „minder tolerant” met hun gezinsopvattingen.

Jacob Hoekman
17 May 2011 11:58Gewijzigd op 14 November 2020 15:00
Beeld RD, Alex van Pijkeren.
Beeld RD, Alex van Pijkeren.

Wie somber wil doen over het gezin, kan munitie genoeg vinden in het vandaag verschenen Gezinsrapport 2011. Want wat is de stand van zaken op gezinsgebied? Een half miljoen eenoudergezinnen. Steeds meer niet-gehuwde paren met kinderen. Volop alternatieve gezinsvormen. Echtscheidingen en (tot 2009) flitsscheidingen aan de lopende band. Dat is het –vanuit christelijk oogpunt– weinig rooskleurige beeld van het gezinsleven in Nederland sinds in de jaren zestig zo’n beetje alle traditionele waarden overboord gingen.

Het hoort allemaal bij de zogeheten tweede demografische transitie, zeggen de onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Die transitie is grofweg het verhaal van meer autonomie en minder vaststaande normen, een verhaal dat sinds de tweede helft van de vorige eeuw is doorgedrongen tot in alle haarvaten van de samenleving.

Maar daarmee is niet alles gezegd wat het gezin betreft. Veel liberaler kán het simpelweg niet, lijkt een gegronde conclusie na lezing van het stevige SCP-rapport. Een groot aantal van de hiervoor genoemde demografische ontwikkelingen blijkt de achterliggende tien, vijftien jaar te zijn gestabiliseerd – al dan niet omdat het absolute dieptepunt in sommige gevallen lijkt te zijn bereikt.

En dus wordt er een keer merkbaar. Zo is aan het almaar langer uitstellen van kinderen krijgen een einde gekomen. De trend was decennialang dat vrouwen hun eerste kind steeds later kregen, maar dat geldt niet langer. Een gemiddelde vrouw krijgt haar eerste kind nu wanneer ze ruim 29 jaar is, even oud als een aantal jaren terug.

Ook het aantal kinderen dat mensen krijgen, neemt niet langer af. Neemt het aantal dan toe? Nee, dat ook weer niet. Volgens de bevolkingsprognose van het CBS is het kindertal sinds enkele jaren stabiel, net als het aantal personen dat kinderloos blijft.

Wel zal volgens de onderzoekers de komende jaren het aantal geboorten waarschijnlijk verder dalen, „maar dit wordt veroorzaakt door een daling van het aantal vrouwen in de vruchtbare levensfase.”

Goed nieuws is er ook wat betreft de stabiliteit van huwelijken. Nam het aantal echtscheidingen lange tijd toe, sinds 2003 is ook dat aantal vrij stabiel – wat betekent dat er ongeveer 35.000 huwelijken per jaar ontbonden worden.

En als het gaat om de opvatting dat kinderen best door één ouder kunnen worden grootgebracht, zijn er in vergelijking met het recente verleden zelfs steeds minder mensen die het daarmee eens zijn. Driekwart van de Nederlanders is een warm voorstander van een gezin met twee ouders, een percentage dat hoger ligt dan voorheen.

Kortom, „nadat de houdingen ten aanzien van echtscheiding, het huwelijk en alleenstaand ouderschap gedurende een lange periode liberaler zijn geworden, heeft deze trend zich niet doorgezet in de afgelopen tien jaar”, concluderen de onderzoekers.

Veel christenen zullen al deze stabiele cijfers al snel als goed nieuws interpreteren. Toch betekenen die cijfers niet automatisch dat er eerherstel voor de klassieke gezinswaarden in aantocht is.

Dat toont bijvoorbeeld de lage waardering van het huwelijk aan. „Het huwelijk lijkt op zijn dieptepunt te zijn”, concludeert het rapport. De mensen die ongehuwd samenwonen, doen dat steeds langer. „Tegenwoordig is trouwen zonder voorafgaand samenwonen eerder uitzondering dan regel”, schrijven de opstellers.

Van de paren die eind jaren negentig in het huwelijk zijn getreden, hebben er negen op de tien samengewoond. Nederland hoort, samen met de Scandinavische landen, tot de Europese landen met de hoogste gemiddelde huwelijksleeftijd. Mensen in Litouwen of Polen trouwen ruim vijf jaar eerder.

Een van de gevolgen is dat steeds meer kinderen niet binnen de band van een huwelijk worden geboren. Die ontwikkeling zit nog altijd in de lift, blijkt uit het rapport: de afgelopen tien jaar steeg het percentage kinderen dat buiten het huwelijk is geboren van een kwart naar 45 procent.

Ook de cijfers over de ideale samenstelling van een gezin tonen aan dat klassieke waarden niet zomaar terugkeren. Steeds meer mensen mogen dan vinden dat het niet de bedoeling is dat een kind door één ouder wordt grootgebracht, tegelijkertijd heeft een grote meerderheid geen enkel bezwaar wanneer een kind door twee mannen of twee vrouwen wordt opgevoed.

De enige duidelijk afgebakende groep die dat soort samenlevingsvormen afkeurt, zijn trouwe kerkgangers – en mogelijk orthodoxe moslims, maar over hen hadden de onderzoekers te weinig cijfermateriaal. In het SCP-rapport springen vaste kerkbezoekers –ze worden gedefinieerd als mensen die minstens elke week een keer naar de kerk gaan– er echt uit. Zij zijn „duidelijk minder tolerant ten opzichte van gezinsvormen die afwijken van het huwelijk dan anderen”, schrijven de auteurs. Ze vormen zelfs „wellicht de enige uitzondering” op de heersende opvattingen over het gezin. De SCP-onderzoekers bieden geen handvatten om te veronderstellen dat er aan die uitzonderingspositie gauw een einde komt.

Dit is het eerste deel van een serie over de positie van het gezin. Morgen deel 2.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer