Oud-journalist Van der Velde: We hebben alleen onze beleving
LEIDEN – Religiositeit zonder geloof; een onontgonnen terrein, vindt drs. Koert van der Velde. „Velen kunnen in deze tijd niet meer geloven, hoewel ze wel religieus willen zijn Nodig is daarom een nieuw religiebegrip dat deze groeiende groep perspectief biedt.”

De oud-kerkjournalist van dagblad Trouw schreef er een proefschrift over, waarop hij morgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam promoveert. De titel is nogal prikkelend: ”Flirten met God. Religiositeit zonder geloof” (uitg. Ten Have, Utrecht). „Ik onderstreep daarmee het dubbelzinnige van religie. Je weet nooit zeker of God aan de overkant naar je kijkt, zoals in het dagelijks leven iemand vriendelijk naar je lijkt te kijken maar je niet weet of het voor jou bedoeld is.”
Het onderwerp religiositeit zonder geloof is nauwelijks bestudeerd, constateert Van der Velde in zijn bijna 500 bladzijden tellende boek. „Als je religie zonder geloof aanhangt, heb je heel wat uit te leggen, ook wetenschappelijk. Alle definities van religie gaan ervan uit dat er een nauwe band met het geloof is. Met name in het christendom is religie primair verbonden met geloof, de vraag of iets waar of niet waar is.”
Dat klopte vroeger wel, zegt de promovendus, maar de huidige cultuur is wezenlijk veranderd. „We hebben in onze cultuur te maken met een radicaal geloofsprobleem. Velen kunnen niet meer geloven, hoewel ze wel religieus willen zijn. De wetenschap, ook de godsdienstwetenschap, zou juist aandacht aan dit fenomeen moeten schenken.”
Voor velen gaat het tegenwoordig in religie niet alleen om het besef van het bestaan van een onkenbare waarheid, maar ook en vooral om schoonheid en nut, aldus Van der Velde. „Mijn opvatting is dat er een grens is aan ons begrijpen van de werkelijkheid en dat je je aangesproken kunt voelen door datgene wat van de andere kant lijkt te komen. Líjkt, zeg ik, want we weten niet of datgene inderdaad van de andere kant komt. Ik zeg niet dat de vraag of God nu werkelijk bestaat, een onbelangrijke vraag is, integendeel, maar we kunnen er niets met zekerheid over zeggen. Het enige wat we hebben is onze religieuze beleving, die overigens ook niet geloofwaardig is. Ook religieuze belevenissen kunnen een hallucinatie zijn of ingegeven door een gestoorde persoonlijkheid.”
Is religieuze beleving dan niet een uiterst individueel gebeuren, met gevaar van wildgroei en goedkope surrogaatbelevenissen?
„Onze cultuur is nu eenmaal individualistisch. Iedereen beleeft het religieuze op zijn eigen manier. Maar je ziet natuurlijk kwalitatieve verschillen. De ene religieuze vorm is rijker en subtieler dan de andere. Ik bepleit om actief op zoek te gaan naar beelden waarin je religieuze belevingen kunt verwoorden. Het maakt het leven diepzinniger, rijker, belangrijker.”
Maar uiteindelijk is er dan alleen zekerheid in je eigen beleving.
„Dat klopt, maar zo is nu eenmaal de situatie waarin de mens verkeert. Vele eeuwen lang was religie nauw verbonden met zekerheid, geloofwaardigheid, waarheid, maar nu de mens zekerheid en veiligheid in déze wereld heeft gevonden, trekt religie hem als de sensatie van het onbekende.”
Van der Velde noemt zich een agnost, maar iemand die zeer geïnteresseerd is in religiositeit en op verschillende manieren daarmee experimenteert. In álle religies, voegt hij eraan toe.
Van der Velde groeide op als hervormd dooplid in Den Haag. „Ik leerde mijn tafelgebed: Heere, zegen deze spijze, amen. Toen mijn ouders vonden dat het te snel afgeraffeld werd, moest het maar een stil gebed zijn, want dat was authentieker. De praktijk was echter dat wij als kinderen elkaar onder de tafel schopten terwijl mijn ouders stil baden. Toen zeiden mijn ouders dat we maar ’s avonds voor het slapen gaan moesten bidden, dat was nóg authentieker. Maar dat was het einde van het verhaal, want hoe kun je religie vasthouden als er geen vaste vormen meer zijn?”
Koert van der Velde kreeg als tiener ook geen catechisatie. „Die was er al bijna niet meer. We gingen naar een jongerengroep en discussieerden over kernwapens. Sommigen deden nog wel belijdenis, maar velen ook niet meer. Mijn ouders waren eigenlijk eerder weg van de kerk dan wij.”
De studie theologie in Leiden bracht hem ook niet op het orthodoxe pad. „Daar leerde ik dat alles wat we over de goden zeggen van de mens komt, het standpunt van Kuitert. Het waren nota bene de theologische wetenschappers die dit leerden. Maar dank zij deze studie ben ik wel op het spoor gekomen dat je goed religieus kunt zijn zonder iets te hebben met het geloof.”