Maximumbedrag voor kier Haringvlietsluizen
Het kabinet trekt maximaal 35 miljoen euro uit om de Haringvlietsluizen in 2005 op een kier te zetten.
Dit betekent dat het project om een brakke overgangszone tussen zout zeewater en zoet binnenwater in de Haringvliet te creëren, eenvoudiger moet worden uitgevoerd om kosten te besparen.
Dat heeft staatssecretaris Schultz van Haegen (Waterstaat) vrijdag aan de Tweede Kamer geschreven. Volgens een woordvoerster overweegt de bewindsvrouw om de sluizen minder ver open te zetten dan de geplande 10 procent. Daardoor zijn de gevolgen voor de omgeving geringer, zodat minder compensatie hoeft te worden uitgekeerd.
Voor de kier was aanvankelijk 32 miljoen uitgetrokken, maar bij de voorbereiding bleek het project veel duurder uit te vallen. Volgens Schultz zijn er „bij nader inzien mogelijkheden om tot kostenreductie te komen” zonder dat het doel van de kier overboord wordt gegooid.
Door de sluisdeuren iets open te zetten ontstaat er een brakwatergebied waar eb en vloed net als voor 1970 weer enigszins greep krijgen op de omgeving en brak water minnende dieren en planten de kans krijgen zich te vestigen. Vissen en andere waterdieren kunnen bovendien de bovenstroomse gebieden van de Maas en de Rijn bereiken. Alleen bij stormvloed gaan de sluizen dicht.
Het ’kierplan’ leidde een aantal jaren geleden tot een storm van protest. Waterleidingbedrijven, boeren, vissers en de scheepvaart vrezen negatieve gevolgen voor hun sectoren. Toekomstige besluiten over het verder terugkeren van het getij in het Haringvliet en het Hollands Diep worden gekoppeld aan „een duurzame zoetwatersituatie voor de landbouw”, schrijft Schultz.
De projectorganisatie gaat nu met provincies, gemeenten en waterschappen om de tafel om de ’versobering’ van de kier uit te werken.