Aantal keizersneden stijgt explosief
Het uitvoeren van keizersneden en verlossingen met tang of vacuümpomp heeft in Nederland als een epidemie om zich heen gegrepen. Daar is geen wetenschappelijke aanleiding voor, terwijl evenmin duidelijk is wat de gevolgen van de kunstingreep zijn voor moeder en kind en voor volgende bevallingen. Het aantal keizersneden moet daarom drastisch omlaag.
Dat betoogde prof. dr. F. Lotgering vrijdag in zijn oratie als hoogleraar obstetrie (verloskunde) aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Lotgering beschouwt het als een uitdaging om de epidemie van keizersneden op verantwoorde wijze in toom te houden zegt hij.
Volgens Lotgering was het in Nederland tot voor kort gebruikelijk om de bevalling te beschouwen als iets natuurlijks dat via de vagina afspeelt. Nu ondergaat al een op de vier zwangere vrouwen een keizersnee, terwijl een op de zes vrouwen met tang of vacuümpomp wordt verlost. „Vertrouwen in de natuur lijkt te zijn verdrongen door vertrouwen in technologie. Persoonlijke begeleiding lijkt plaats te hebben gemaakt voor centrale monitoring”, aldus de professor.
Lotgering wijst cardiotocografie, de ctg–techniek waarmee weeënsterkte en hartslag en zuurstof van de baby in de baarmoeder gemeten kunnen worden, aan als een boosdoener. Ctg is een standaard bewakingstechniek in de verloskunde. Een afwijkend patroon vormt de meest voorkomende reden voor een kunstverlossing. Maar de werkzaamheid van de techniek is twijfelachtig volgens Lotgering. In drie van de vier gevallen waarbij zuurstofgebrek bij de baby werd vermoed, bleek dat na de geboorte niet zo te zijn en was de ingreep dus niet nodig.
Ook een stuitligging van de baby is sinds een onderzoek uit 2000 zekere aanleiding voor een keizersnee. Lotgering erkent dat daardoor het percentage doodgeboren kinderen iets is afgenomen, maar vindt dat aantal veel te klein om op te wegen tegen de risico’s van de ingreep.
„De eerste gevallen met dodelijke afloop door een gescheurde baarmoeder bij een volgende zwangerschap, na een geplande keizersnede bij het eerste kind, hebben zich in Nederland al voorgedaan”, zegt de hoogleraar. Volgens hem is het huidige protocol gebaseerd op dubieuze cijfers uit een veel te kleine onderzoeksgroep.
Lotgering wil dat de richtlijnen voor het kunstmatig ingrijpen bij een bevalling kritisch tegen het licht worden gehouden. Gynaecologen en verloskundigen moeten zich er volgens hem meer van bewust zijn dat de perinatale sterfte (rond de geboorte) in Nederland al tientallen jaren heel laag is en dat alle moderne technieken en onderzoeksgegevens daar maar heel weinig verandering in hebben gebracht. „Anders naderen we het moment dat verslapte bekkenbodemspieren bij de moeder al aanleiding zijn voor een keizersnede”, aldus de Nijmeegse hoogleraar.