Aller Spanninga mixt ambacht met hightech
JOURE – Van de door Aller Spanninga vervaardigde trouwringen is tegenwoordig bijna de helft maatwerk, aangepast aan individuele wensen. „Daarin ligt onze kracht”, benadrukt directeur Erik Walinga.
A:S Relatieringen heet het atelier van de goudsmeden in het Friese Joure officieel. Het bestaat al bijna 150 jaar. Aller Spanninga richtte het in 1863 op. Voor de verkoop aan de consument moest hij beschikken over een meesterteken. Hij koos voor A:S. Dat verklaart de bedrijfsnaam. De aanduiding Aller Spanninga is beter bekend, als merk in de wereld van hét symbool van de liefde tussen bruid en bruidegom: de ring.
„We maken nog steeds alleen dat ene product”, zegt Walinga. Maar wel in allerlei variaties. En als enige in Nederland. Collecties van de concurrenten die de juweliers in hun etalages en vitrines hebben, worden elders in de wereld ingekocht.
Gedurende zes generaties ging de zaak telkens over van vader op zoon. In 1988 was er echter geen opvolger meer uit de familie. Tjerk Walinga, goudsmid en sinds 1972 chef van het atelier, nam de bv over. Zijn zoon Erik maakte in 1993 als bedrijfskundige zijn opwachting om de commerciële belangen te behartigen. Sinds 1 januari 2011, toen senior aan zijn pensioen begon, is hij de directeur-eigenaar.
Het bedrijf heeft als adres: Postbus 1. Walinga: „Een eeuw geleden waren wij de grootste werkgever in deze gemeente. Vandaar.” Toen later de telefoon zijn intrede deed, werd 2 als nummer toegewezen. Aller Spanninga was qua omvang gepasseerd door Douwe Egberts, dat eveneens van oudsher in Joure gevestigd is.
Vandaag de dag telt de loonlijst twintig personen. Kantoor en werkplaats treffen we aan vlak bij het centrum, enigszins verscholen achter een woonhuis. Geen reclameborden aan de weg; dat zou kwaadwillenden misschien op een idee brengen. Er ligt hier tenslotte een kapitaal aan goud, platina, palladium, zilver en diamanten, opgeborgen in wat Walinga noemt „een grote bunker”, een kluis met gigantische deuren. Bezoekers gaan via een sluis naar binnen en de ramen zijn van gepantserd glas. De directeur: „Een pand op het industrieterrein zou natuurlijk mooi zijn, maar wat loopt daar ’s nachts allemaal rond? Veiligheid krijgt voorrang.”
In het atelier wordt ambachtelijk werk gecombineerd met de inzet van computergestuurde hightechmachines. Behalve verkopers en administratief personeel heeft A:S goudsmeden in dienst en „ict-boys, die de mode van tegenwoordig in de computer programmeren.” „De concurrentie met lagelonenlanden dat dwingt tot automatisering”, licht Walinga toe.
Het edelmetaal verdwijnt in een oven, waar het bij een temperatuur van 960 graden smelt. Verderop in het proces volgt een reeks bewerkingen, onder andere walsen, stansen, solderen, polijsten, voor een deel met machines en voor de rest met de hand. Zo brengt diamantzetter Willem edelsteentjes in de ringen aan. Precisiewerk dat concentratie vereist. „Ik sluit me helemaal af van de omgeving. Ik hoor en zie vaak niets van wat er om me heen gebeurt”, vertelt hij.
Dit soort vakmensen is volgens Walinga schaars. Hij zoekt al langere tijd een diamantzetter die Willem kan assisteren. „De passie van veel studenten schiet tekort. Verder is de status van goudsmid in Duitsland veel hoger dan hier. We hebben onze eisen inmiddels naar beneden bijgesteld. We hopen dat iemand met in ieder geval enthousiasme –dat is erg belangrijk– de handschoen oppakt en zich bij ons meldt.”
Aller Spanninga verkoopt in Nederland via zo’n 350 juweliers. Walinga: „Die moeten met verstand van zaken kunnen adviseren. De mens staat altijd centraal en geen twee zijn er gelijk. Een ring dient te passen bij de vinger en de eigenschappen van betrokkene. Zo geef je een stratenmaker 14 karaats en geen 18 karaats, dat is te zacht. Uiteindelijk gaat het erom de specifieke wensen te vertalen naar de technische mogelijkheden van A:S.”
Griekenland fungeert voor de onderneming als de tweede markt. „Een vroegere goudsmid van ons keerde terug naar dat land en heeft daar bijna zeventig juweliers bereid gevonden de collectie van Aller Spanninga op te nemen in hun assortiment.”
Economische omstandigheden spelen ook in deze sector een voorname rol. „In goede jaren zie je dat bruidsparen voor duurdere ringen kiezen, bijvoorbeeld twee- of driekleurig, breder, dikker, met een diamant erop. Toen in 2009 de recessie toesloeg, veranderde dat. Onze ontwerpers waren met handen en voeten gebonden: veel was te duur.” Walinga: „U begrijpt dat we dus ook absoluut niet blij zijn met de hoge goudprijs van dit moment.”