Beoogd burgemeester Lambooij: ”Brabantse jongen” in Putten
HOEVELAKEN – De beoogde nieuwe burgemeester van de Veluwse gemeente Putten, Henk Lambooij, ziet zijn kracht vooral als verbinder. „Ik wil er zijn voor alle mensen van Putten.”
De telefoon op het terras van huize Lambooij in Hoevelaken staat roodgloeiend vanwege zijn voordracht tot burgemeester van Putten. Bekenden zakken in een stoel neer om hem te feliciteren. De joviale Lambooij is verrast door alle aandacht.
H. A. Lambooij was zeventien jaar wethouder, eerst (parttime) in de gemeente Hoevelaken en sinds 2000 (fulltime) in de gemeente Nijkerk, waarmee Hoevelaken fuseerde. Donderdagavond kreeg hij een telefoontje van de voorzitter van de vertrouwenscommissie in Putten dat de gemeenteraad met hem in zee wil als burgemeester.
Als minister Donner instemt met de voordracht wordt Putten in juni na Barendrecht, Dirksland, Noord-Beveland, Soest en Zuidplas de zesde gemeente met een SGP’er aan het roer (Nieuw-Lekkerland heeft tijdelijk een SGP’er als burgemeester).
Lambooij benadrukt dat hij burgemeester wil zijn van alle mensen in Putten. „Er bestaan geen SGP-burgemeesters. Je bent burgemeester en lid van een politieke partij, maar je bent er voor heel de gemeenschap.” Voor je geloofsovertuiging uitkomen, kan overal, meent hij. „Als wethouder of raadslid namens een christelijke partij verwacht men dat zelfs van je.”
Lambooij is getrouwd en heeft vier kinderen. Hij groeide op in de gemeente Waalwijk en noemt zichzelf nog altijd een ”Brabantse jongen”. Hij ervaart zijn afkomst als een groot voordeel. „Als je als protestant in Brabant rondloopt, moet je of meehuilen met de wolven in het bos, of niks zeggen of opkomen voor je overtuiging. Dat maakte me mondig. Ik heb daarvan meegekregen dat ik me niet druk moet maken om futiliteiten.”
Wat trekt u aan in het burgemeesterschap van Putten?
„Als je zeventien jaar wethouder bent geweest, is het logisch dat je uitkijkt naar een burgemeesterspost. Putten is een buitengewoon mooie woongemeente. Bovendien is het een gemeente met een aangrijpend verleden, denk aan de razzia van oktober 1944. Putten is totaal anders dan Nijkerk, en dat vind ik boeiend.”
In welke opzicht is Putten totaal anders?
„Putten is Veluwe en Nijkerk niet. Putten is nadrukkelijk een recreatiegemeente, waarvan grote delen beschermd zijn. Nijkerk is meer een ontwikkelingsgemeente met veel belangrijke industrie, gericht op Midden-Nederland, de Gelderse Vallei en de Randstad.”
Is Putten als beheersgemeente niet een tikje te rustig voor u?
„Haha. Op het gebied van de bestuurlijke coördinatie valt er genoeg te doen. Verder zie ik tal van bestuurstaken liggen om andere gemeenten op de Noordwest-Veluwe op een aantal terreinen meer te laten samenwerken.”
Hoe ziet u de regionale ontwikkeling?
„Putten bevindt zich in een regionaal samenwerkingsverband dat gericht is op de stad Harderwijk. Putten kijkt meer naar de Noordwest-Veluwe, en dat is een heel ander gebied dan de zogenaamde Food Valley, waar Nijkerk deel van uitmaakt. In de Food Valley gaat het vooral om agricultuur, innovatie en kennis.”
U had als wethouder economische zaken. Ambieert u als burgemeester een portefeuille?
„De burgemeester heeft qualitate qua een portefeuille. Het is aan het college om te vragen of de burgemeester daarnaast andere dingen wil doen. Daarover mag de burgemeester zelf beslissen. Een belangrijke afweging is dat je als burgemeester geen politiek gevoelige dossiers naar je toe haalt.”
Hoe kijkt u terug op uw periode in Nijkerk?
„Nijkerk is een fantastische gemeente, waar ik veel kansen en ruimte heb gekregen om dingen te doen op het gebied van onderwijs en economische zaken. Daarin heb ik altijd de steun van de raad genoten.”
Gaat uw gezin straks verhuizen?
„Op grond van de Gemeentewet heeft een burgemeester een jaar de tijd om te verhuizen. Dat houdt in dat ik mijn woning hier ga verkopen en dat ik iets in Putten ga zoeken.”
U bent lid van de gereformeerde gemeente in Amersfoort. Waar gaat u straks kerken?
Lachend: „Wij zijn niet zo kerkistisch. En ik vind het best aardig om in Putten eens in verschillende kerken te zitten.”
Ooit was u docent op het Van Lodenstein College. Schuilt er nog iets van de leraar in u?
„Ik weet niet of dat er ooit ingezeten heeft. Ik heb een paar jaar geleden een test gedaan waaruit bleek dat ik niet geschikt was voor het onderwijs. Nu wist ik dat zelf ook wel, maar kennelijk was het nooit iemand opgevallen.”
U bent net vijftig geworden. Speelt dat mee in de benoeming?
„Als je vijftig bent, ga je de laatste fase van je arbeidzame leven in. Als je iets anders wilt doen, en je krijgt de kans, de kracht en de gezondheid, dan moet je dat nu doen.”
Welk type burgemeester wilt u zijn?
„Ik ben een verbinder en houd ervan mensen bij elkaar te brengen. Tegelijkertijd wil ik toegankelijk zijn.”