Hoofdlijnen van het conceptbestuursakkoord:

• Gemeenten krijgen een jaar om zelf te bepalen op welke wijze zij de gedecentraliseerde taken willen uitvoeren.

• Dagbesteding en begeleiding gaan van de AWBZ over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) die onder de gemeente valt. Uitgangspunt is dat de gemeente mensen en hun situatie beter kent.

• Jeugdzorgtaken worden bij provincies weggehaald en gaan naar gemeenten.

• Er wordt 55 miljoen euro extra uitgetrokken voor de uitvoering van jeugdzorg en AWBZ door gemeenten.

• Vanaf 2013 gaat de nieuwe Wet werken naar vermogen in, waarin de bijstand, sociale werkplaatsen en Wajong voor mensen die van jongs af aan gehandicapt zijn, samengaan.

• Een aparte Wajong-voorziening blijft alleen over voor mensen die volledig en duurzaam afgekeurd zijn voor werk.

• Voor bestaande werknemers van de sociale werkvoorziening en voor mensen die alleen aan de slag kunnen in een beschutte werkomgeving, blijven de sociale werkplaatsen bestaan.

• Voor hervorming van de sociale werkvoorziening wordt incidenteel een bedrag van 400 miljoen euro beschikbaar gesteld. Na twee jaar moet een evaluatie door een onafhankelijke commissie duidelijk maken of er extra geld moet komen.

• Er komt zo nodig een wettelijke verplichting voor het bedrijfsleven voor inzameling en hergebruik van verpakkingen ter vervanging van de verpakkingenbelasting.

• Er wordt 450 miljoen euro bespaard in de waterketen (drinkwaterbereiding, riolering en waterzuivering). Daarvan wordt 380 miljoen bij waterschappen/gemeenten behaald en 70 miljoen bij drinkwaterbedrijven.

• Er wordt 300 miljoen euro bespaard in het beheer van het watersysteem (voldoende zoet water en het tegengaan van wateroverlast). Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten zullen daarvoor zorgen.