De kist met het stoffelijk overschot was bedekt met een Nederlandse vlag met daarop de helm van de motoragent. Acht collega’s van de arrestatie-eenheid waarvan de omgekomen agent deel uitmaakte, droegen de kist de Martinikerk in.

De aanwezigen in de tot de nok gevulde kerk, onder wie de familie van Dick Haveman, werden toegesproken door onder anderen minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie, die de omgekomen politieman destijds als burgemeester van Delfzijl beëdigde. Opstelten omschreef Haveman als „een politieman in hart en nieren, gedreven en plichtsgetrouw”. Het drama in Baflo heeft volgens Opstelten niet alleen het Groningse korps, maar ook de hele Nederlandse politie zeer geraakt.

Korpschef Oscar Dros van de Groningse politie roemde „de moedige inzet van Haveman die hij met het hoogste offer moest betalen”. Ook burgemeester Peter Rehwinkel van Groningen, korpsbeheerder van de Groningse politie, sprak zijn medeleven uit. Rehwinkel noemde de fatale schietpartij „paradoxaal en schokkend.” „Iemand die er zijn beroep van heeft gemaakt om burgers te beschermen, komt door toedoen van een burger om het leven.”

Tussen de toespraken werd er gespeeld door het harmonieorkest van de politie. Aan het einde van de dienst kreeg de weduwe de vlag overhandigd en de enige zoon de motorhelm van zijn vader.

Voorafgaande aan de herdenkingsdienst trok de rouwstoet, begeleid door zestien motoragenten, langs Groningse politiebureaus waar Dick Haveman werkzaam was of was geweest. Een aantal rotondes werd onderweg twee keer rondgereden, omdat de omgekomen motoragent dat voor de grap ook vaak deed. Haveman wordt donderdag in besloten kring begraven in zijn woonplaats Godlinze.