Daders willen sterven „in een poel van vuur”
ROTTERDAM – De daad van Tristan van der V. lijkt op die van Karst T., die op Koninginnedag 2009 dood en verderf zaaide, vindt hoogleraar forensische psychiatrie prof. dr. H. J. C. van Marle. „Het zijn allemaal afrekeningen met een waardeloze maatschappij.”
De dader leeft niet meer en een duidelijk motief ontbreekt. Frustrerend.
Van Marle, eerder geneesheer-directeur van het Pieter Baan Centrum en nu verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam: „Heel frustrerend, omdat je heel veel dingen nooit precies zult weten. Maar ik ben geneigd te zeggen dat de daad zelf zowel het motief is als de uitvoering. Deze man was hoogstwaarschijnlijk een boze jongeman die met wraakgevoelens ten aanzien van de maatschappij heeft rondgelopen.
Dat zie je steeds in dit soort verhalen. Het drama met Karst T., de schietpartijen op scholen: dat zijn allemaal afrekeningen met een waardeloze maatschappij, omdat de daders vinden dat de samenleving hun niet geeft waar ze recht op hebben.
Deze mensen willen sterven in een poel van vuur en bloed. Dat is hun glorie. De één pakt dan zijn Suzuki Swift, de ander een automatisch geweer.”
Hoort zelfmoord daar bij?
„Helemaal. Eerst maak je andere mensen dood en dan jezelf, zodat de maatschappij je toch niet kan pakken. Het heeft te maken met een grootheidsidee, met een ziekelijk narcisme. Ik heb vreselijk te doen met dit soort jongens. Ze zijn niet heldhaftig zoals ze denken, maar juist heel wanhopig.”
De teksten waarnaar Tristan van der V. verwees, hadden een „spiritueel” karakter. Wat zegt dat?
„Daar kun je weinig uit afleiden. Bovendien: wat is spiritueel in dit geval? Misschien dat hij heeft geprobeerd zijn haat een context te geven en dat hij daarvoor spiritualiteit gebruikte.
Mensen zoeken altijd een context voor hun daden. Vroeger gebeurde dat binnen de kerk. Het vervelende is dat iedereen nu iets voor zichzelf zoekt. Daarmee is de huidige generatie een verdwaalde kudde geworden.”
De dader was al langer labiel. Is labiliteit kenmerkend voor mensen die dit soort dingen doen?
„Niet per se. Dit was geen labiele actie; het was keurig netjes voorbereid. Iemand kan zijn motieven wel uit zijn labiliteit halen, zoals de haat tegen de wereld, maar de voorbereiding en de uitvoering zijn allemaal heel doordacht. Daar is niets labiels aan; je moet dat van elkaar loskoppelen.”
U behandelt zelf geregeld soortgelijke jongemannen met een grote haat tegen de wereld. Waar let u op?
„Ik maak dan samen met zo’n jongeman een risicoijst. Dan zeg ik hem: Op het moment dat jij geïrriteerd raakt, moet je dat bij mij melden. Of: Als je geen contact meer durft te maken bij de sigarenzaak waar je altijd komt, vertel me dat. Op die manier probeer ik zijn leven vol vlaggetjes te zetten op de plekken waar losse draadjes zijn. Aan die draadjes moet niet getrokken worden. Gebeurt dat wel, dan is er kans dat het hele bouwwerk van zijn leven in elkaar stort. De kunst is om die losse draadjes te herkennen.”
Had Van der V.’s omgeving die losse draadjes eerder kunnen herkennen?
„Ik denk dat de schietvereniging waarvan hij lid was heel wat uit te leggen heeft. Deze jongeman is in de psychiatrie opgenomen geweest, heeft de wet rond vuurwapens eerder overtreden. Dan denk je: Moet zo’n jongen zijn wapens niet afgeven? Hoe heeft hij gelegitimeerd vuurwapens in huis kunnen hebben? De maatschappij moet dit soort verenigingen eens goed tegen het licht houden. Labiliteit en vuurwapens vormen een explosief mengsel.”