In Ivoorkust, waar al maanden een bloedige machtsstrijd om het presidentschap woedt, bevinden zich nu nog 23 Nederlanders met negen familieleden die een andere nationaliteit hebben. Ze hebben aangegeven in het West-Afrikaanse land te willen blijven, zei minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken donderdag in een overleg met de Tweede Kamer.

Hij wees erop dat herhaaldelijk een dringend beroep op de Nederlanders is gedaan om te vertrekken. Vanwege de onveilige situatie krijgen de achtergebleven Nederlanders nu het advies vooral in huis te blijven.

Volgens een woordvoerder van de minister maken ze het naar omstandigheden goed en hebben ze nog voldoende voedsel en water.

Een van de Nederlanders die in Ivoorkust wil blijven, werkt voor de Verenigde Naties en verblijft in het Franse militaire kamp. Een medewerker van Buitenlandse Zaken die de afgelopen tijd in het land was, zal later donderdag vertrekken. Het ministerie heeft de Nederlanders gewaarschuwd dat ze mogelijk geen consulaire bijstand meer kunnen krijgen als de situatie verder verslechtert. Mocht er besloten worden tot een evacuatie van EU-onderdanen, dan heeft Frankrijk daarbij de leiding, aldus Rosenthal.

Nederland had vorige maand al 1 miljoen euro beschikbaar gesteld aan het VN-kinderfonds Unicef voor humanitaire hulp aan vluchtelingen en Liberiaanse gemeenschappen die hen opvangen. Het Rode Kruis heeft inmiddels een extra verzoek gedaan om geld (totaal 3 miljoen euro) te geven voor voedsel, schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. Nederland zal daarvoor 300.000 euro overmaken, gaf Rosenthal aan. Volgens hem draagt ons land via andere, internationale kanalen ook fors bij aan humanitaire hulp in de regio.

Rosenthal en de Tweede Kamer maken zich grote zorgen over de situatie in Ivoorkust. Veel fracties vinden dat de daders van oorlogsmisdaden en schendingen van mensenrechten vervolgd moeten worden. Dat geldt volgens hen voor zowel verdachten uit het kamp van Laurent Gbagbo, die weigert af te treden na zijn verkiezingsnederlaag in november als voor aanhangers van zijn gekozen opvolger Alassane Ouattara.