Dat staat in een wetsvoorstel dat minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) donderdag voor advies heeft rondgestuurd aan verschillende instanties. Met de maatregel voor twaalf uur fouilleren kan de burgemeester veel sneller inspelen op incidenten die zich plotseling voordoen. Hij hoeft dan niet meer te wachten op instemming van de gemeenteraad. De hulpofficier van justitie kan de politie de opdracht geven direct in actie te komen.

Een burgemeester krijgt ook standaard de bevoegdheid om een noodverordening voor preventief fouilleren af te geven voor een bepaald gebied. Nu is dat in veel gemeenten nog geregeld via een aparte verordening. Ook met deze bevoegdheid kan de burgemeester gemakkelijker ingrijpen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om ongeregeldheden die zich rond grote evenementen kunnen voordoen, zoals een feest rond de jaarwisseling. Zolang de noodverordening geldt, kan de politie fouilleeracties houden in het aangewezen gebied.

Het wetsvoorstel regelt ook dat agenten arrestanten altijd kunnen onderzoeken op wapens of drugs in hun kleding of tas. Nu kan dat alleen als er gevaar dreigt voor de arrestant of voor de agenten zelf. Omdat agenten geregeld verdovende middelen aantreffen in de mond of de oksel van een verdachte die de politiecel ingaat, mag een agent ook aan het lichaam op zoek gaan naar verboden spullen als de omstandigheden daarom vragen. Nu kan dat alleen in bijzondere gevallen. Agenten krijgen daarmee dezelfde bevoegdheden als gevangenispersoneel.

In het regeerakkoord was al aangekondigd dat de mogelijkheden voor preventief fouilleren ruimer zouden worden.