Ook medeverdachte Leslie S. (29) ging bij de rechtbank vrijuit. Tegen hem eiste het OM in hoger beroep twaalf jaar cel. Tijdens de beroepsprocedure voor het Haagse gerechtshof heeft justitie nog uitgebreid nader onderzoek gedaan, wat de overtuiging dat P. en S. verantwoordelijk zijn voor de „kille afrekening” slechts heeft versterkt. De 47-jarige ‘t Hooft werd voor de ogen van zijn echtgenote doodgeschoten.

De recherche kwam P. destijds op het spoor nadat zijn DNA in de woning van ‘t Hooft was gevonden. In totaal was er sprake van zestien zogeheten DNA-hits. P. verklaarde dit uit het feit dat het wapen, dat door de schutter in het huis werd achtergelaten, in 2006 uit een kluis van P. was gestolen. De bodem kwam aan die stelling te ontvallen nadat onderzoek had uitgewezen dat het pistool pas in 2007 is gefabriceerd.

Ook poneerde P. een zogenaamde sleeptheorie: hij zou DNA-materiaal hebben achtergelaten bij de kassa van een tankstation, kort voor het tijdstip van de moord. Tien minuten na zijn vertrek aldaar bezocht de vrouw van ‘t Hooft dit station. Zij zou het DNA-materiaal hebben meegenomen naar de woning. Zeer onwaarschijnlijk, zo bestempelde justitie dit verhaal.

Leslie S. zou op de uitkijk hebben gestaan terwijl Remond P. de liquidatie uitvoerde. Hij heeft, evenals P., de beschuldigingen altijd ontkend. Volgens het OM zijn er tijdens het hoger beroep getuigen gehoord die voor de beide verdachten belastende verklaringen hebben afgelegd.