„Voer apart strafrecht voor jongeren in”
DEN HAAG (ANP) – Van alleen straffen van jeugdige delinquenten moet niet veel worden verwacht. Het pedagogische aspect moet in het jeugdstrafrecht beter worden gewaarborgd.
Dat stelt de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) in een advies aan staatssecretaris Fred Teeven. De raad pleit voor de invoering van een apart strafrecht en wetboek voor jongeren.
Uit onderzoek blijkt volgens de RSJ dat een pedagogische behandeling tot een grotere vermindering van herhalingsgedrag leidt dan alleen straffen. Veel door jongeren gepleegde strafbare feiten zijn leeftijdsgerelateerde ‘uitglijders’ in plaats van voorboden van een criminele loopbaan, zo stelt de raad. Ongeveer 70 tot 80 procent blijkt maar een keer in de fout te gaan en daarna nooit weer.
Pietje Bell-achtige delicten zoals vernieling en vandalisme belanden op dit moment al heel snel in het strafrecht. „Het hele strafklimaat is repressiever geworden in Nederland, ook voor de jeugd”, stelt Roelie van Rossem, lid van de RSJ en oud-hoofdofficier van justitie. „Maar het uitgangspunt is altijd geweest dat het pedagogische aspect voorop moet staan.”
Jongeren jonger dan veertien jaar begrijpen nog nauwelijks de strekking van een strafproces, zo stelt de raad. De RSJ pleit ervoor hen dan ook zoveel mogelijk buiten het strafproces te houden en ze hierin alleen te betrekken bij heel zware delicten.
De ontwikkeling van jongeren loopt door tot het 23e jaar, terwijl momenteel vanaf het achttiende jaar het volwassenenstrafrecht op deze groep van toepassing is. „Jongeren zijn dan nog niet uitontwikkeld, daarmee moet ook rekening worden gehouden”, aldus Van Rossem.
Het huidige jeugdrecht is opgenomen in het gewone wetboek van strafrecht. Volgens de raad kan in een wetboek voor jeugdigen het opvoedkundige aspect beter worden verankerd.
De politie heeft in 2007 ongeveer 95.400 verdachten tussen de 12 en 24 jaar aangehouden. Daarmee was in dat jaar bijna vier op de tien verdachten jonger dan 24 jaar, stelt de RSJ. Dat onderstreept volgens de raad het belang van een goed strafproces voor deze groep.