Hofhuis, voormalig president van de rechtbank in Den Haag, verklaarde woensdag dat hij door een onderzoeksrechter is ondervraagd in verband met een aangifte van meineed en valsheid in geschrifte tegen Westenberg. Dergelijke verhoren vinden in de regel alleen plaats in het kader van een gvo. Wanneer een gvo is afgerond, beslist het Openbaar Ministerie over een eventuele vervolging. Justitie deed woensdag geen mededelingen over het onderzoek.

Chipshol stelt door een uitspraak van rechter Westenberg in de jaren negentig veel grond en geld te zijn kwijtgeraakt. Westenberg, oud-vicepresident van de rechtbank in Den Haag, zou in het proces om grond rond Schiphol partijdig zijn geweest. Hij zou bevriend zijn geweest met zijn toenmalige collega Pieter Kalbfleisch, die op zijn beurt weer warme banden zou hebben gehad met de tegenpartij van Chipshol.

Chipshol deed aangifte van meineed en valsheid in geschrifte tegen Westenberg, omdat hij onder ede zou hebben gelogen over zijn handelwijze in de zaak. Daarnaast worden op verzoek van Chipshol getuigen gehoord, om te onderzoeken of er een schadeclaim tegen Westenberg kan worden ingediend.

De tipgever, een medewerker van de rechtbank Den Haag, schreef in een anonieme brief dat er sprake is geweest van vriendjespolitiek in de zaak. Afgelopen december maakte deze briefschrijver zich na jaren aan Hofhuis bekend. Op verzoek van Hofhuis werd woensdag alleen achter gesloten deuren besproken wie de tipgever was ‘ter bescherming van diens persoonlijke levenssfeer’.

Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat de tipgever anoniem blijft. Hij of zij zal vermoedelijk op 6 april zelf als getuige in de zaak moeten verschijnen.