De hoogte van veruit de meeste boetes is in landelijke wetgeving vastgelegd, maar gemeenten kunnen in sommige gevallen zelf bepalen hoe hoog de sanctie moet zijn. Het gaat om overtredingen als foutparkeren, het niet opruimen van hondenpoep of het verkeerd aanbieden van huisvuil. „Er zit vrijwel geen lijn in de hoogte van deze boetes”, verklaart Leefbaarraadslid Robert Simons.

Diens PvdA-collega Peter van Heemst vult daarbij aan: „Je krijgt 60 euro voor een bierblikje op straat en 40 euro voor zwartrijden. Dat snappen mensen niet.” Volgens Van Heemst moet het uitgangspunt zijn dat hoe groter de ergernis is, hoe hoger de boete. De PvdA’er wil dat onder de bevolking gaan peilen via de jaarlijkse Veiligheidsindex. Dat is een enquête onder inwoners over de veiligheid op straat. „Een rangorde met ergernissen moet je niet jaarlijks wijzigen, eerder om de drie of vijf jaar.”

Beide partijen willen bovendien dat het stadsbestuur sneller werk maakt van het experiment ‘De Buurt Bestuurt’. In de deelgemeente Delfshaven loopt deze proef waarbij buurtbewoners kunnen aangeven aan welke overlast de politie meer uur moet besteden. „Dat kan gaan over intensievere surveillances in het weekend, extra controles op te hard rijden in straten of optreden tegen over tegen de overlast van jongeren in een winkelstraat”, aldus Simons.

Het college van burgemeester en wethouders beloofde eerder al daar werk van te maken, maar dat gaat volgens beide partijen niet snel genoeg.