Het hevig bebloede, naakte lichaam van de vrouw werd aangetroffen in de douchecabine bij de verdachte thuis.

De rechtbank, die de eis van het openbaar ministerie volgde, achtte bewezen dat hij op 30 januari zijn vriendin had proberen te wurgen en meerdere malen met kracht haar hoofd tegen de muur, de kraan en de wastafelrand had geslagen. De Gouwenaar zelf beweerde twee weken geleden dat de vrouw door een ongeluk om het leven was gekomen.

Na een woordenwisseling onder de douche zou hij haar een duwtje hebben gegeven, waarna ze achterover tegen de kraan zou zijn geklapt. Hij zou de politie pas laat hebben gewaarschuwd, omdat hij volgens eigen zeggen een black-out had gekregen.

Uit een sectierapport bleek echter dat de vrouw meerdere ernstige hoofdwonden had opgelopen en dat iemand haar had proberen te wurgen. Volgens de patholoog was het onmogelijk dat de vrouw was gestorven aan een enkele val. De rechtbank geloofde niet dat de verdachte niet meer wist wat hij deed na de moord, omdat hij de douche had schoongemaakt en al haar kleding en sierraden uit het huis had laten verdwijnen.