SP-fractievoorzitter Laurens Ivens reageerde zaterdag op een artikel in De Telegraaf waarin staat dat straatcoaches in de hoofdstad zich vervelen en meldingen van overlast verzinnen om subsidie veilig te stellen. Ivens: „Wij krijgen al langer signalen over verveelde straatcoaches. Ze hangen soms verveeld rond in buurten en sommigen veroorzaken ook zelf overlast.”

Volgens de SP werkt de aanwezigheid van straatcoaches in een aantal wijken goed, maar moet de gemeente in andere buurten juist kiezen voor een alternatief. Ivens: „Soms is een jongerencentrum of een hangplek nuttiger dan extra toezicht.”

De Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) begon in 2006 in Slotervaart met straatcoaches die hangjongeren in de gaten houden en ouders aanspreken op het gedrag van hun kroost. Na bewezen succes waaierden de straatcoaches vervolgens uit over de wijken Osdorp, De Baarsjes, Zeeburg, Noord, De Pijp en de Rivierenbuurt. Amsterdam subsidieert de SAOA met 6,4 miljoen euro.

Directeur Jack van Midden van de SAOA stelt dat de aanpak de afgelopen jaren heeft geleid tot goede resultaten. De jeugdoverlast is volgens hem sterk afgenomen en er is meer informatie over de straatjongeren voorhanden. Dat zijn team meldingen uit de duim zuigt om een quotum te halen noemt hij nonsens. De directeur erkent dat wangedrag van straatcoaches, waaronder blowen en luiheid, wel eens is voorgekomen: „Maar dit wordt keihard aangepakt.”

De SP wil van de burgemeester een evaluatie om het effect van de toezichthouders te kunnen bespreken. Ivens had hier al eerder om gevraagd. „Als we buurten echt veiliger willen maken, moeten we maatwerk bieden. Dat kunnen in sommige gevallen straatcoaches zijn. Maar de straatcoach is geen wondermiddel voor elk probleem met jeugdoverlast”, zegt Ivens.

Om de kwaliteit van de straatcoaches en hun werkvreugde fors te verbeteren stelt de gemeenteraadsfractie van de SP voor om ze onder de verantwoordelijkheid van de politie te plaatsen.