Kroonjuweel in blessuretijd voor De Boer
In zijn laatste kwartier als demissionair minister van Verkeer en Waterstaat heeft de 53–jarige Roelf de Boer dinsdagmiddag zijn kroonjuweel binnengesleept. De Eerste Kamer ging om 13.45 uur akkoord met de spoedwet Wegverbreding, een miljoenenproject van het kabinet–Balkenende I om versneld 150 kilometer aan spitsstroken aan te leggen.
„De minister heeft slechts mandaat tot 14.00 uur”, waarschuwde scheidend senaatsvoorzitter Braks om 13.30 uur bij het begin van de vergadering. Deze werkwijze had nogal wat ambtenaren hoofdbrekens gekost, want het nieuwe kabinet is tussen 13.30 uur en 14.00 uur beëdigd door koningin Beatrix. CDA–politica Karla Peijs is inmiddels de nieuwe verkeersminister. „Ik denk dat dit staatsrechtelijk nog nooit vertoond is”, zei De Boer achteraf.
De senaat was overigens niet bepaald dolenthousiast over de spoedwet, waarvoor 380 miljoen euro is gereserveerd. Veel Kamerleden vrezen een toename van de geluidsoverlast voor omwonenden. Bovendien verdwijnen veel beruchte files slechts tijdelijk door de aanleg van een spitsstrook. Uiteindelijk stemden 35 senatoren (CDA’ers en VVD’ers) voor en 30 tegen.
„Een heel mooi einde van mijn ambtsperiode”, blikte De Boer kort na de stemming terug. „Deze spoedwet is ontstaan op de tekentafel van het strategisch akkoord van Balkenende I. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat kan nu dinsdagmiddag al beginnen met de uitvoering.” Daarbij gaan vluchtstroken in de spits dienst doen als rijbanen. Daarvoor moet soms een extra strookje asfalt van een paar decimeter breed worden gestort.
De Boer, de VVD’er die LPF–lid werd om minister te kunnen worden, kijkt tevreden terug op zijn ’300 dagen’ als verkeersminister, maar was liever doorgegaan. „Het was kort maar krachtig.” Naast de spoedwet Wegverbreding noemt hij vooral de acceptatie van de Spoorweg– en Concessiewet als belangrijkste wapenfeit. Daarin staan regels voor onder meer de NS. Ook is hij blij met de afspraken over de A2–tunnel en de Tweede Coentunnel.
Toch heeft de voormalige binnenvaartondernemer ook wel eens moeten slikken, zo geeft hij toe. Na de val van het kabinet kon De Boer niet met een Nationaal Verkeer– en Vervoersplan (NVVP) komen, omdat dit te ver zou gaan voor een demissionaire minister. Ook liep hij binnen de ministerraad tegen muren op toen hij de Rotterdamse haven snel een investering in de Tweede Maasvlakte wilde beloven. Dat moet zijn opvolger Peijs snel regelen, vindt De Boer. „Het wordt echt tijd. Als hier geen geld voor komt, zie ik het somber in voor de Rotterdamse haven.”