De weg naar boven werd de weg naar buiten
Minister Netelenbos van Verkeer en president-commissaris J. D. Timmer van NS besteedden er een groot deel van hun oudejaarsdag aan, maar kwamen niet meer tot een vergelijk. Netelenbos eiste dat Timmer NS-topman J. W. Huisinga zou ontslaan. De raad van commissarissen weigerde unaniem en trad zelf af. Ook Huisinga nam vervolgens de uitgang. Hoe nu verder?
De bui hing al enige weken in de lucht, maar ontlaadde zich woensdagavond toch nog onverwacht snel en hevig. Het nieuwe jaar is per slot van rekening nog maar een enkele dag oud en de NS-punctualiteitscijfers over heel 2001 konden nog maar nauwelijks binnen zijn. In werkelijkheid werd het pleit al eerder beslecht.
De voorzitter van de raad van commissarissen, de legendarische oud-Philipstopman Jan Timmer, noemt een rij van oorzaken waardoor het punctualiteitscijfer bleef steken op 79,9 procent, eentiende te weinig om Netelenbos anders te doen besluiten. Tot drie decimalen achter de komma uitgedrukt is het tekort zelfs nóg kleiner. Maar er helpen geen lieve vaders of moeders aan: Barbertje, in dit geval Hans Huisinga, moet hangen.
Cijfermatig geredeneerd is de noordwesterstorm in de laatste week van 2001 mede debet aan zijn val: alle treinen kregen een snelheidsbeperking opgelegd van 80 kilometer per uur: algemene vertraging een halfuur. Want veiligheid gaat vóór punctualiteit in zo’n geval. Een foutieve brandmelding in de spoortunnel van Best werkte eveneens in het nadeel van de hoogste NS-baas. De melding was onnodig, maar veroorzaakte wel een reeks vertragingen. Of neem het per abuis achtergelaten railvoertuig van een aannemer eind november: trein kapot, baanvak versperd. Domme pech, heet zoiets in de volksmond. De reeks is willekeurig uit te breiden.
Nogal eens is het spoorleed de schuld van de NS, al zoeken de meeste werknemers de ellende niet bewust. Materieeltekort en een extreem hoog ziekteverzuim, bovenop een toch al groot personeelstekort, doen een efficiënte bedrijfsvoering grondig de das om.
Vaak valt de narigheid echter ook buiten de schuld van de NS: tegen vier zelfdodingen op sommige decemberdagen is geen bijsturingskruid gewassen, evenmin als tegen de veelvuldige draadbreuken en de legio sein- en wisselstoringen. Veel van het infrastructurele ongemak komt op het conto van Netelenbos, die de verantwoordelijkheid draagt voor de staat van onderhoud van de railinfrastructuur.
Als het aan president-commissaris Timmer had gelegen, had de NS-top vorig jaar nooit de handtekening gezet onder het prestatiecontract met de overheid, waarin ook de -in vergelijking met het verleden- schamele 80 procent punctualiteit was vastgelegd. Volgens Timmer was het zetten van die handtekening vrágen om executie. Op een veld met zoveel spelers en zoveel onzekerheden is het volgens de oud-Philipsman „levensgevaarlijk opereren” als een bedrijf zichzelf vastlegt op zulke afspraken. Dat is nu gebleken.
Netelenbos wil de komende zes maanden helemaal niets meer aan de goedwillendheid van de NS overlaten. Met de ingreep die gisteren bekend werd, zet ze als grootaandeelhouder de onderneming onder curatele. De vraag die echter onmiddellijk rijst en die door niemand ook maar enigszins bevredigend kan worden beantwoord, is of deze handelwijze ook enig resultaat zal brengen. Voor elk normaal bedrijf kan een plotselinge wisseling van de leiding curatief uitpakken, bij een onderneming als de NS is dat maar zeer de vraag. Die twijfel heeft nu al z’n voet tussen de deur bij veel partijen. De nieuwe president-commissaris Meijer zal z’n handen meer dan vol krijgen aan de klus.
Want nadat de opluchting van diverse partijen over het „eindelijk ingrijpen” van de minister is weggeëbd, wacht buiten in de januarimist de harde realiteit van de vertraagde of kapotte treinen, de slechte kwaliteit van de informatievoorziening en de desolate staat van de stations na het gebruik door de reiziger. Zal het opstandige deel van het personeel moed grijpen uit de harde ingreep en nu werkelijk constructief gaan meewerken? Zelfs FNV-Bondgenoten twijfelt aan die mogelijkheid.
Zeker, de nieuwe interim- of straks definitieve directie krijgt vanaf het voorjaar voorzichtig de wind mee door de instroom van nieuw materieel, maar voordat dat echt voelbaar gaat bijdragen aan verbetering, zal het jaar toch alweer grotendeels verstreken zijn. Politiek en reizigers hadden niet langer coulance met Huisinga, maar het is de vraag of een nieuwe man op korte termijn zoveel kan uitrichten dat het gemor zal afnemen.
In het winternummer van het recent gelanceerde NS-maandblad Trens geeft Huisinga (51) nog aan dat de weg omhoog wat hem betreft is ingezet. Het moet bijna wel een wanhoopskreet zijn geweest, want gisteren gaf hij toe dat hij al langere tijd bijna bezweek onder de druk van politiek en publiek. Zijn weg omhoog werd voor hem toch niet helemaal onverwacht de weg naar buiten.
Een heel bijzondere benoeming, die gisteren bekend werd en even voor het voetlicht móet komen, is die van Maarten van Eeghen (51). Van Eeghen is directeur-generaal Personenvervoer op het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Van 1995 tot 1999 was hij directeur van NS Reizigers en onder meer verantwoordelijk voor de marketing en de verkoopdivisie. Hij was de grondlegger van het plan Bestemming Klant, waarvan diverse onderdelen werkten als jeukpoeder in de nek van het NS-personeel.
Van Eeghen vertrok twee jaar geleden na een hoogoplopend conflict met toenmalig NS-bestuursvoorzitter Den Besten over het sluiten van loketten. Het moet voor Van Eeghen én voor de nu vertrokken NS-top een bijzondere ervaring zijn om elkaar in de deuropening weer tegen het lijf te lopen.
Ook de naam van een ander tijdelijk aangesteld lid in de raad van commissarissen, Ralph Pans (50), spreekt tot de verbeelding. Topambtenaar Pans is sinds 1998 secretaris-generaal van het ministerie van V en W. Daarvoor was hij burgemeester van Almere en Rosmalen en wethouder in Zaanstad. Hij studeerde staats- en bestuursrecht en bekleedde diverse functies op het gebied van openbaar vervoer.
Hoe klinkend de namen van de mannen die de oplossing moeten genereren echter ook mogen zijn, ex-president-commissaris Timmer blijft sceptisch over hun vermogen de zaak weer vlot te trekken als de houding van het NS-personeel niet grondig verandert. Zijn schrobbering van gisteren loog er niet om. Hij nam geen enkel blad voor de mond, ook niet nadat Huisinga hem maande wat voorzichtig aan te doen. De beer was los.
Als het aan de Centurion ligt -die bijnaam hield hij over aan zijn grote schoonmaak bij Philips- komt er bij de NS een „eenvoudige gedragscode” die het personeel ondertekent of niet. Tekenen betekent loyaal meewerken „zonder bij elk pijntje direct naar de directie te wijzen.” Niet-tekenen betekent onmiddellijk vertrekken via de dichtstbijzijnde deur. Helaas voor hem en wellicht ook voor anderen heeft Timmer vanaf gisteren niets meer te zeggen „in dit prachtige bedrijf, waar ik erg van houd.”